,,Ik ben niet tevreden''

© © REUTERS

Een beer van een vent, maar geen ongelikte, klein en gedrongen. Maar oud-judoka en bondscoach van de Waalse liga Philip Laats (43) zou geen vlieg kwaad doen. ,,Ik blijf goede hoop hebben, maar ik ben niet tevreden: de Franstalige sportwereld heeft een structureel probleem.''

Het cliché klopt: achter zijn stoere uiterlijk gaat een voorkomende en op het eerste gezicht timide lijkende man schuil, maar dat belette hem niet om in vier Olympische Spelen twee vijfde plaatsen te behalen.

Laats, dat is en blijft een naam als een klok in het judo.

,,We waren met zijn vieren, uit het dorp van Ilse Heylen, Edegem: Johan, Stefaan, Lode en ik. Alle vier zijn we Belgisch kampioen geworden. Johan was de beste: wereldkampioen junioren, zilver in het wereldkampioenschap senioren, Europees kampioen ook. Technisch één van de allergrootsten: hij had zijn eigen stijl en technieken.''

Je noemt je de mindere van Johan. Terecht, al heb je wel vier keer meegedaan in de Olympische Spelen en Europees medailles behaald.

,,In 1992 en 1996, mijn afscheidsjaar, ben ik vijfde geëindigd, in 1988 zevende en in 1984 heb ik één wedstrijd gewonnen. In een WK was ik eens vijfde: spijtig dat ik nooit een medaille behaald heb in die kampioenschappen. Maar ik was net niet goed genoeg. Europees heb ik wel twee keer brons in de kast liggen. Nu, dat ik vier keer heb deelgenomen aan de Spelen, daar ben ik dus wel redelijk trots op.''

Welk type judoka was je?

,,Heel sterk in de eerste minuut, daarna ging het wat bergaf. (lacht) Ik was explosief, mijn uithouding was wat minder. Tactisch was ik niet zo'n kraan: vroeger werd daar niet te veel over gesproken. Er invliegen, en als het nu niet lukt dan volgende keer wel, zo werd er gedacht. Ik was korporaal in het leger: je kreeg genoeg faciliteiten om professioneel aan judo te doen, al moest ik een aantal halve dagen per maand presteren: wacht lopen, als magazijnier werken, om het even wat eigenlijk. Mij om het even: ik had een salaris en kon mijn sport op een degelijke manier beoefenen. De atleet Vincent Rousseau had hetzelfde statuut.''

Dus: terug naar België.

,,Twee jaar heb ik in de luchthaven van Zaventem in nachtploegen paletten geladen voor een cargobedrijf, SFS, tot ik op een dag de technische directeur van de Waalse judoliga tegen het lijf liep. Hij zei dat ze een buitenlandse trainer zochten, waarop ik zei: 'Wat denk je van een Belg?' Ik kreeg een contract als bondscoach. Judo is sinds jaar en dag meer een Vlaamse dan een Waals aangelegenheid, maar de bedoeling is wat meer evenwicht te krijgen. Vlaanderen en Wallonië moeten elkaar ook meer proberen te helpen. Maar in Wallonië is dus nog werk aan de winkel. Mijn taak is vooral superviseren, al leid ik de nationale trainingen en zie ik wat ik kan doen om de judoka's individueel te helpen. (behoedzaam) Soms heb ik de indruk dat ik wel zie hoe het zou moeten, maar de samenwerking is niet altijd makkelijk.''

Toen de Franstalige Christophe Van Dijck hier in het EK vocht, deed niet jij maar Cédric Taymans de coaching.

,,Bij de Vlamingen is een persoonlijke coach naast de mat niet toegelaten, bij de Walen wel. Daarom dus. Dat kan, de samenwerking met de atleten die Taymans traint is goed. (weer voorzichtig) In het begin leidde ik dagelijks de training van de elites, nu trainen de atleten meer met hun persoonlijke coaches.''

Ben je nog tevreden?

,,Nee, ik ben niet tevreden. Ik wil meer verantwoordelijkheid, want ik zou graag het verschil maken. Het moet meer vooruitgaan: er wordt heel veel gediscussieerd voor er wordt gehandeld. Het is een structureel probleem: de Waalse sport blijft zitten in oude structuren. Zo moeten we de jeugd beter opvangen. Al blijf ik goede hoop houden en wil ik de Walen trouw blijven en er iets van maken.''

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen