Elf maanden epo-strijd
1 september 2004:
Rutger Beke wint de Zwintriatlon in Knokke en ondergaat een dopingtest.
20 september:
Beke ontvangt een brief van de Vlaamse Gemeenschap waarin staat dat na analyse in het lab van Frans Delbeke in Gent in zijn A-staal epo is aangetroffen.
23 september:
Beke vertrekt naar Hawaï.
5 oktober:
in Keulen wordt een tegenexpertise uitgevoerd.
13 oktober:
trainer Pieter Timmermans krijgt de melding dat ook het B-staal positief test op epo; hij brengt Beke niet op de hoogte voor de IronMan.
16 oktober:
Beke wordt vijfde in de IronMan.
19 oktober:
de positieve testen van Beke lekken uit.
22 oktober:
Beke schreeuwt bij zijn terugkeer op luchthaven van Zaventem zijn onschuld uit.
26 oktober:
het B-staal zou gedeeltelijk ontdooid zijn toegekomen in Keulen. De verdediging van Beke overweegt procedurefouten in te roepen.
18 november:
de verdediging van Beke vraagt uitstel voor de disciplinaire commissie van de Vlaamse Gemeenschap.
6 januari:
professor Delanghe van het dopinglabo van Delbeke beweert dat Beke een uitzonderlijk metabolisme heeft.
18 januari:
de disciplinaire commissie vraagt professoren Delanghe en Delbeke om toelichting.
4 februari:
de proffen voeren een welles-nietesspelletje op: Delanghe neemt het op voor Beke, Delbeke voor de epo-test.
18 februari:
de verdediging van Beke komt met vijf verslagen van proffen die de stelling van Delanghe steunen.
4 maart:
de disciplinaire commissie vindt de bewijsvoering die Beke's onschuld moet aantonen onvoldoende en schorst Beke voor 18 maanden; de triatleet gaat in beroep bij de disciplinaire raad.
6 april:
de disciplinaire commissie geeft de verdediging van Beke nog drie weken om te bewijzen dat de epo-test niet sluitend is.
3 mei:
De advocaten van Beke beschuldigen Delbeke van het manipuleren van de resultaten. Delbeke overweegt een klacht in te dienen wegens laster.
24 mei:
professoren Bollen en Buellens testten Beke zeven keer op epo: vijf keer negatief, twee keer positief; ingenieur Landuyt beweert dat er naast epo zich ook nog eiwitten op de antistof, die de epo moet ontdekken, kunnen zetten.
3 juni:
de disciplinaire commissie vraagt professor Boogaerts de testen van Bollen en Buellens te onderzoeken; professor Zaman moet nagaan of het B-staal nog bruikbaar was.
12 juli:
Olivier Rabin, wetenschappelijk directeur van het Wada, neemt contact op met Delbeke; het Wada heeft iets vreemd opgemerkt in de epo-test en voert onderzoek uit; Delbeke meldt dit aan de disciplinaire commissie. Mogelijk worden de criteria aangepast, voegt hij eraan toe.
28 juli:
Zaman schrijft dat het B-staal nog bruikbaar was, maar strikt volgens de regels niet gebruikt had mogen worden.
1 augustus:
Boogaerts schrijft dat er na onderzoek geen hard bewijs is dat Beke epo heeft genomen.
9 augustus:
Op basis van het verslag van Boogaerts spreekt de disciplinaire commissie Beke vrij.