De Vlaamse gemeenschap controleerde in januari, februari en maart van dit jaar 629 topsporters in en buiten de competitie. Bij de tests bleken 22 sporters positief. Van achttien was het zeker, vier weigerden aan de dopingcontrole deel te nemen en worden daarom positief beschouwd.

Het lage percentage positieve tests is het beste resultaat van het jongste decennium, op 2002 na, toen een eindscore van 3,4 procent werd gehaald, maar toen werd volgens de Vlaamse gemeenschap nog niet zo intensief gecontroleerd. Volgens de Vlaamse dopingarts Hans Cooman heeft het sportmilieu begrepen dat Vlaanderen geen dopingmisbruik meer duldt.

De positieve trend is bijzonder goed waarneembaar in het wielrennen, met 240 controles opnieuw de sporttak die de meeste urinestalen moest afleveren. Slechts 7 renners (2,9 procent) plasten positief. Daarmee wordt de gunstige trend van het najaar 2004 verder gezet. Toen werd 4,4 procent van de renners op dopinggebruik betrapt.

Volgens de Vlaamse gemeenschap zullen de controles de volgende maanden en jaren nog sterker worden. De dopingjagers wachten op een reeks uitvoeringsbesluiten om efficiënter sporters buiten competitie te kunnen controleren.

Nieuwe technieken

Professor Frans Delbeke, hoofd van het Gentse dopinglab dat de controles uitvoert, waarschuwt voor overdreven euforie. Volgens Delbeke moet ook rekening gehouden worden met het feit dat het dopingmilieu nieuwe technieken zal zoeken om aan de controles te ontsnappen. (GFR)