Veerle, Wim en Patricia Blondeel, samen goed voor tientallen Belgische titels in de werpnummers

© © gia

Ze zijn echt wel onweerstaanbaar: de guitige Blondeels. Zondag verdedigen Wim (32, kogelstoten), Veerle (31, discus en kogel) en Patricia (19, hamerslingeren) in Oordegem hun titels in het Vlaamse kampioenschap. Ontdek de wereld van de kogel, discus en hamer maar let daarbij wel op dat u niet geraakt wordt. ,,Ongevallen eindigen meestal tussen zes planken.''

Frank VAN DE WINKEL

De afspraak is in de cafetaria van de sporthal in Eeklo, de gemeente waar de zussen wonen en ze alledrie veel trainen. Zondag vindt het Vlaamse kampioenschap plaats, een wedstrijd waarin ze vorig jaar onder hun drietjes vijf titels verdeelden. Welke godendrank drinken ze daar ten huize Blondeel? Wim is opgehouden in de file, dus beginnen we zonder hem.

Hoe is het zover kunnen komen?

Veerle

, lerares Nederlands en geschiedenis: ,,Mijn moeder was van twee kinderen bevallen, Wim en ik, en ze wilde weer sporten. Uiteindelijk bleek atletiek het meest haalbare, financieel ook. Ze nam de kinderen mee, en kijk, we zijn het blijven doen.''

Patricia

, studente regentaat wiskunde-fysica: ,,Waarom krachtnummers? Dat wijst zichzelf uit: als je lang en sterk bent... Voor ons was het al van in het begin duidelijk dat we geen afstandslopers konden worden."

Veerle:

,,We konden absoluut niet lopen. Ik woog dubbel zo zwaar als mijn leeftijdsgenoten en ik stak er twee hoofden bovenuit. Ik liep óók een 800 meter, maar dan werd ik zowat gedubbeld. Je werpt dan eens op een training, in een kampioenschap, dan win je en denk je: ho, ik heb zeker talent. Dan blijf je dat doen.''

Patricia:

,,Kogel en discus heb ik gedaan tot ik scholier was, maar eerlijk gezegd werd ik het beu omdat ik altijd vergeleken werd met Wim en Veerle. Ik had duidelijk minder talent. Op een keer heb ik voor een weddenschap aan hamerslingeren gedaan en voilà.''

Doping

Vroeger waren de krachtnummers internationaal bij uitstek dé dopingnummers.

Veerle:

,,Ja, maar ik ben daar absoluut niet mee bezig. Ik weet ook dat er in België veel geprobeerd is. Er zijn er veel die goeie apothekers weten zijn, zeker? Maar wij kunnen alledrie in eer en geweten zeggen dat we het puur van ons eigen lichaam gehaald hebben. En wat een ander doet? Dat interesseert me niet.''

Patricia:

,,Het is voor ons een hobby, ik ga mijn lichaam niet kapotmaken met doping.''

Veerle:

,,Ik keur doping niet goed, maar ik heb wel begrip voor sommigen.''

Patricia:

,,Zoals atleten in landen waar men in armoede leeft. Met dat beetje extra kunnen ze ervan leven en ben je er iemand.''

Veerle:

,,In Wit-Rusland produceren ze op dit moment de ene goede atleet na de andere. Maar als je kijkt welke nationaliteiten het meest

gepakt

worden, is het onder meer daar. Je moet de samenleving ginder wel kennen: mensen gaan daar kapot, zijn ondervoed, er is daar niks. Als je er op die manier uitraakt, waarom dan niet, denken ze. Ik keur het af, maar begrijp het.''

Patricia:

,,Als je de vrouwelijke hamerslingeraarsters vergelijkt in de Europabeker: ik ben de kleinste, de fijnste, de enige zonder baardgroei en de enige mét borsten.''

Veerle:

,,Ik heb al vrouwen met érg diepe stemmen ontmoet. Heel veel beginnen rond hun dertigste plots een beugeltje te dragen. Blijkt dat groeihormoon de kaken doet groeien.''

Iets anders. Hoeveel Belgische titels hebben jullie al verzameld?

Veerle:

,,Ik win gewoon altijd, behalve dat ene jaar dat ik geblesseerd was en het andere dat ik ziek in mijn bed lag.''

Patricia:

,,Ik won in het hamerslingeren alle titels vanaf het jaar dat ik begonnen ben.''

Wim

, aankoopdirecteur bij een metaalconstructiebedrijf: ,,Tien jaar lang won ik bij de senioren, behalve twee jaar dat ik geblesseerd was. Het is dit jaar trouwens tien jaar geleden dat ik een wedstrijd van een Belg verloor in het kogelstoten.''

Snelkracht en techniek

Elke kilo gewicht meer, is dat beter om verder te kunnen werpen?

Wim:

,,Een prestatie in de werpnummers is het resultaat van eerst snelkracht en dan techniek. In snelkracht zit snelheid en kracht. Wat er dan nog bijkomt is het mentale.''

Patricia:

,,Van die kolossen uit Polen en Rusland die 140 of 150 kilo wegen, dat geeft een vertekend beeld. Nu worden het meer en meer echt atleten.''

Wim:

,,In het kogelstoten heb je de Amerikanen Reese Hoffa en Adam Nelson

(wereldkampioenen indoor en outdoor, red.)

, dat zijn eigenlijk bijna gigantische beesten. Ze zien er imposant uit en zijn het ook. Maar ze zijn ook snel en ze hebben techniek. Nu, iemand van 60 kilogram zal er waarschijnlijk niet in slagen de kogel of discus ver te werpen, het is niet voor lichtgewichten weggelegd.''

Veerle:

,,Gewicht is iets dat me al mijn hele leven achtervolgt en op een bepaald moment geef je dat op. Ik zou er ook liever anders uitzien. Groot zoals nu, maar ook met een

schoon figuurken

en...''

Patricia:

(begint te giechelen)

Veerle:

(gelaten)

,,Maar ja, het is nu eenmaal zo: mijn vader heeft goed

geschoten

in de tijd, en ja, ik heb oren en poten hé.

(dan gespeeld ernstig)

Ik ben lerares in een katholieke school, ik moet wel zorgen dat ik daar volgend jaar nog werk heb.

(ernstig)

Waarschijnlijk had ik er wel anders uitgezien als ik een andere sport beoefend had.''

Wim:

,,Ik eet wat ik wil. Al zeg ik niet dat ik drink wat ik wil, daar let ik wel op.''

Patricia:

,,Ik moet niet elke dag de

snoepenkast

plunderen, maar er hard opletten doe ik toch niet.''

Wat is er zo mooi aan jullie discipline?

Wim:

,,Ik vind hamerslingeren mooier dan kogelstoten: puur technisch bekeken, bedoel ik, en qua dynamiek. Maar algemeen gezien vind ik werpnummers wel mooi en leuk. Maar daarom beter of mooier dan andere nummers in de atletiek? Niet per se, al zit ik niet graag op twintig

rondekes

in de afstandsnummers te kijken. Werpnummers zijn best attractief: zeven of acht atleten komen meerdere keren aan de beurt, op korte tijd. En je ziet ze het ook allemaal doen, want in een spurtnummer kijk je naar één atleet en heb je de andere zeven niet gezien.''

Patricia:

,,Bij de mannen is er een hele goeie Japanner met de hamer, fantastisch om te zien. Zo'n hamer, die gaat trouwens verschrikkelijk hoog en ver.''

Je hebt het over Murofushi.

Patricia:

,,Koji Murofushi, ja, de olympische kampioen. Ik zie ook wel graag speerwerpen, maar hamerslingeren is het werpnummer dat ik het mooist vind. Het leukst ook om zelf te doen: je bent langer in de werpcirkel en je ziet dat tuig ook helemaal anders vertrekken dan een kogel. Een kogel vliegt bij mij na elf meter op de grond, maar een hamer is meer dan vijftig meter onderweg en daar kun je echt van genieten als dat vliegt.''

Partners

Hoe moeilijk is het om werk of school met sport én een partner te combineren?

Veerle:

,,Mijn sociaal leven is een grote nul en ik ben dus single. De partner zegt dus zeer weinig.''

Knappen potentiële partners af op die te drukke agenda?

Veerle:

,,Ik denk dat mannen op andere dingen afknappen: ik heb een complex over mijn lichaam. Ooit wil ik er anders uitzien.''

Niet overdrijven. En je bent toch grappig en sympathiek?

Veerle:

,,Schrijf dat eens in de krant: Veerle is grappig en best wel sympathiek.''

Patricia:

,,En noteer er bij: schrijven bureau blad...''

Veerle:

,,Stel dat ik iemand tegenkom. Zoals de situatie nu is zou ik zeggen: wacht tot het einde van het seizoen en dan zullen we praten. Ik ben bijna 32, dan er zou kunnen worden gepraat. Maar vandaag of morgen ga ik de sport niet opeens opgeven.''

Wim:

,,Als je partner daar moeilijk over doet, is het je partner toch niet? Mijn vrouw heeft me leren kennen door de atletiek, zij maakt trouwens mijn trainingsschema's.''

Veerle:

,,Maar ze is ook heel sportminded, hé Wim.''

Patricia:

(tikje op haar ongemak)

,,Mijn partner? Wat moet ik zeggen? Mijn lief is een atletiektrainer, dat is gemakkelijk.''

Ongelukken

Wat is het ergste ongeluk dat jullie al hebben meegemaakt na een worp?

Veerle:

,,Ik heb twee keer mijn moeder

meegehad

, één keer met de kogel en één keer met de schijf. Maar ze leeft nog, 't was niet zo erg. De kogel week af, ketste op de afranding en kwam op de enkel van mijn moeder terecht. We zijn naar de spoed gereden en ze hebben er een gips rond geslagen. Ik heb ook één keer een schijf gegooid toen het heel hard geregend had. Er lag veel water, de schijf gleed door en raakte mijn moeder.''

Patricia:

,,Mijn ergste ongeluk was een spijtig ongeval met een duif. De duif vloog voorbij en mijn hamer ook. Allemaal pluimpjes, geen duif meer. En een knik in mijn hamer, die was wat geplooid.''

Veerle:

,,Ik denk dat we vooral al heel veel ongevallen hebben voorkomen.''

Patricia:

,,Deze week was ik aan het trainen en er passeerden mensen op een gezapig tempo over mijn plein. Dan roep ik vijf keer:

Hallo, ik ben aan het trainen, let op.

Ja, maar voor hetzelfde geld gooi ik erop, ben ik daar verantwoordelijk voor en is mijn sport

gevaarlijk

. Het terrein is nochtans omzoomd met struiken en er staan waarschuwingsborden.''

Veerle:

,,Mensen houden zich niet aan de regels. Ik zeg hen soms dat er ook een wandelpad is, maar dan is de reactie

dat het maar een minuut duurt

. Maar er passeren soms vijftig mensen op een avond, om nog te zwijgen van mensen met een hond.''

Patricia:

,,Soms lopen er kinderen bij. Levensgevaarlijk, want ik begin mijn worp altijd met mijn rug naar het veld. Mijn trainer kijkt wel, maar toch.''

Wim:

,,Ik heb eens iemand

meegehad

. Bewust. Een fietser die eens wilde proberen of hij de discus kon ontwijken.

Afin

, de fiets werd vanop veertig meter afstand tot schroot herleid. Ik heb de kogel ook eens op mijn hoofd laten vallen, dat kwam toch hard aan. Gelukkig van niet zo hoog: er bestaat een oefening om op te warmen, een beetje zoals als je een krachtbal achterover gooit. Wel, de kogel viel uit mijn handen op mijn hoofd. Pech gehad.''

Veerle:

,,Twee jaar geleden, tijdens het Vlaamse kampioenschap, was ik gefrustreerd omdat het niet lukte zoals ik wilde. In mijn woede gooide ik de schijf naar beneden, maar het was op mijn teen. Een halfjaar heb ik rondgelopen met een blauwe teen, het deed echt wel pijn.''

Patricia:

,,In het hamerslingeren eindigen ongevallen meestal tussen zes planken.''

Wat wordt het zondag?

Patricia:

,,Slecht weer.''

Wim:

,,Ik ga winnen.''

Veerle:

,,Ik ga voor de dubbel.''

Patricia:

,,Ja, ik ga ook om te winnen. Als we alledrie in ons nummer een geldige worp hebben, op ons niveau, worden we kampioen.''

Wim:

,,Weet je dat ik echt uitkijk naar de dag waarop er concurrentie zal komen?''

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen