Onbekende wereldkampioen skeeleren Wouter Hebbrecht trekt de wereld rond

© © Gianni Barbieux

© © CARLOS JULIO MARTINEZ

1 / 2
thumbnail: null
thumbnail: null

Al jaren beweegt wereldkampioen skeeleren Wouter Hebbrecht (27) geruisloos door de Belgische media. Skeeleren? Dat is een soort schaatsen op straat. Zijn eerste wereldtitel mag in die windstilte gerust verandering brengen, vindt hij.

Frank Van de Winkel

Een bericht van dertien in een dozijn was het, dat het persagentschap Belga de wereld instuurde: 'Bloso heeft het contract van Wouter Hebbrecht met een jaar verlengd.' Elk jaar valt dat tussen de plooien van het nieuws. Nu niet.

Ook volgend jaar heeft Hebbrecht dus een contract zoals turnster Aagje Vanwalleghem, atlete Kim Gevaert of zeiler Sebastien Godefroid er één heeft. 'Skeeleren is vergelijkbaar met ijsschaatsen, alleen doe je het op wieltjes', zegt Hebbrecht. 'Tactisch heeft het meer weg van wielrennen. Skeeleren is gegroeid uit rolschaatsen. Bij skeeleren is het makkelijker om je evenwicht te behouden, hoewel de wieltjes op één lijn staan. Logisch klinkt het niet en toch is het zo.' Met de handen op de rug zoeft Hebbrecht vooruit.

Veeleisend

'Je mag het zeker een vrij veeleisende sport noemen. Je moet krachtig zijn, technisch uit de voeten kunnen en een vrij hoge uithouding bezitten. Die uithouding is van belang omdat ik zowel in wedstrijden meedoe van 200 meter, 1.500 meter tot een marathon, 42 kilometer dus.' Hebbrecht voelt zich soms een beetje Tom Boonen als hij op de finish afstevent met een pelotonnetje. 'In volle sprint halen wij snelheden van zeventig kilometer per uur. Dat is vergelijkbaar met wat wielrenners halen.'

Een

Jerommeke

kun je hem moeilijk noemen maar met zijn tachtig kilogram voor 1,80 meter komt Hebbrecht in de buurt. Als kinesitherapeut was hij voorbestemd om krakende lijven in de juiste plooi te krijgen. Die baan zal hij waarschijnlijk nooit uitoefenen want ondertussen stort hij zich in zijn vrije tijd op cursussen zakenbeheer. Maar het liefst beult de inwoner van Evergem zich zes tot zeven uur per dag fysiek af. Dat halen weinig topsporters.

Waarom houdt hij zo van zijn sport? 'Je moet alle elementen kunnen combineren. Ik hou ook van competitie. Bovendien reis je veel. Ik heb al een heel stuk van de wereld gezien: Australië, bijna heel Azië, de Verenigde Staten en Zuid-Amerika. Nu, de mensen zien alleen het mooie. Mijn levensstijl vraagt natuurlijk ook veel opofferingen: als iedereen 's avonds feest, mag jij thuisblijven. Maar ik mag niet klagen.'

Amerikaanse vriendin

Vijf tot acht maanden per jaar verblijft Hebbrecht in het zonovergoten mekka van zijn sport. 'In San Jose, Californië, de Verenigde Staten. Daar vind je wedstrijden van niveau en de betere coaches.' Zoals zijn coach: de Amerikaanse Deborah Alpers. 'Ze krijgt haar centen van haar federatie. Zo lang ik een medaille win op het wereldkampioenschap moet ik haar niet betalen. Ik gun het haar nochtans.'

(lacht)

Ook in San Jose woont zijn vriendin, de Amerikaanse tweevoudige wereldkampioene Sara Sayasane. Zij oefent hetzelfde beroep uit. 'Het zou vrij moeilijk zijn om een relatie te hebben met iemand die niet uit hetzelfde wereldje komt.' Hoewel het logisch lijkt, overweegt hij geen verhuizing naar de VS. 'Nee, want in België is het veel te goed. En dan heb ik het niet alleen over de steun die ik van Bloso krijg.'

Hebbrecht zegt dat de sportieve topjaren nog voor de boeg liggen. 'Voor een sprinter is dat rond je 30ste tot 32ste.' Toch behaalde hij dit jaar, op zijn 27ste, zijn belangrijkste trofee tot dusver. Na meer dan een dozijn anderskleurige medailles op Europese en wereldkampioenschappen. 'Mijn eerste wereldtitel, op de 200 meter tijdrijden op de weg. In Cali, Colombia. Gevaarlijk, met al die ontvoeringen en moorden? Niet echt. Je wordt altijd door de politie begeleid. Ja, na tien deelnames won ik eindelijk goud. Mijn grootste kwaliteit is dat ik niet opgeef.'

Wereldspelen

In 2009 moet dat uitmonden in een medaille tijdens de Wereldspelen in Azië, zeg maar de Olympische Spelen voor niet-olympische sporten. Tot hiertoe is een zesde plaats, in 2005, zijn beste prestatie.

Of het gebrek aan erkenning in ons land buiten zijn kleine kringetje geen pijn doet? 'In België vragen ze me niet om een handtekening. En in een tv-programma zoals

De Laatste Show

hebben ze me ook nog niet uitgenodigd. In Azië en Zuid-Amerika vragen ze me dan weer zeer veel om een handtekening, of het nu op straat of in een winkelcentrum is. Dat doet me toch iets. Maar ik klaag niet hoor.'

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen