'Hoezo geen traditie in eerste klasse? En het seizoen 1949-1950 dan?' Alsof het de leden van zijn schepenencollege betreft ratelt burgemeester Louis Tobback de namen af van de ploeg die Stade Leuven 58 jaar geleden naar eerste klasse bracht. 'Ik was elf jaar toen Stade promoveerde in 1949. Toen ik tien was schreef ik mij in bij de

onderkadetten

. Een grote held was ik niet, ik trok mijn hoofd weg als de bal mijn richting uitkwam. En toen ik op mijn twaalfde moest worden geopereerd aan de blindedarm, was mijn carrière al voorbij nog voor die begonnen was.'

Met Stade Leuven liep het al niet beter af. Al na één jaar degradeerden de groen-witten opnieuw naar de eerste afdelingA, de huidige tweede klasse. En wat er in de daaropvolgende halve eeuw gebeurde, klinkt overbekend in de oren. De club verloor de aansluiting met het profvoetbal en een bonte stoet van voorzitters en bestuursleden overbluften elkaar met nooit ingeloste beloften.

'Sommigen staken zich persoonlijk in de schulden, waarop er weer iemand anders opstond die de club zou redden', zegt Tobback. 'Het voetbal leefde tijdens de derby's tegen Daring Leuven in derde klasse. Maar toen de mensen mobieler werden, doken in Leuven de eerste supportersclubs op van Anderlecht, Standard en Club Brugge.'

Fusie

Toen Stade, Daring en Zwarte Duivels Oud-Heverlee in 2002 besloten de krachten te bundelen, ging er hoop en al duizend Leuvenaars naar het voetbal. Drie- à vierhonderd naar Stade, vier- à vijfhonderd naar Oud-Heverlee en twee à driehonderd naar Daring. Vandaag trekt Oud-Heverlee Leuven in tweede klasse gemiddeld drieduizend toeschouwers.

'In de vijf jaar dat we bezig zijn, zijn we spectaculair gegroeid', zegt sportief manager Eddy Vandezande. 'Ik denk dat er niet zoveel clubs werken zoals wij. Een transparante boekhouding en een NV-structuur, het beheer van een eigen stadion, een jeugdwerking met meer dan 700 voetballers, een reeks sociale projecten. Hoeveel voetbalclubs kunnen dat zeggen?'

De redding van het voetbal in Leuven kwam uit Oud-Heverlee, waar de eeuwige burgemeester Albert Vandezande besefte dat de 'Zwarte Duivels' niet konden groeien zonder hulp uit de stad. Het nieuwe clubbestuur kreeg de zegen van het Leuvense oranje-rode stadsbestuur en sindsdien lijkt alles wat 'OHL' doet gelijk te staan met goud. De scoutwerking pronkt met de ontdekking van François Sterchele, de jeugdwerking met de ontwikkeling van Jeroen Simaeys en Mark De Man. Niet of, maar wanneer OHL naar eerste klasse stijgt, is de centrale vraag in de Dijlestad.

'Onze horizon ligt in 2010', zegt Eddy Vandezande. 'Dan willen we er op bestuursniveau klaar zijn. Of dat ook sportief zo zal zijn, hebben we niet in de hand.'

De kans is reëel dat OHL 'per ongeluk' dit seizoen of volgend seizoen al stijgt. In de onnavolgbare stand van tweede klasse draait de club bovenin mee. Tijdens de bekerwedstrijd van vanavond tegen Brussels probeert de club zijn stunt van twee jaar geleden te herhalen. Toen won OHL in het Edmond Machtensstadion met 0-1.

'Wie nu al beweert dat OHL een topclub is, kraamt onzin uit', zegt Louis Tobback. 'De kloof tussen OHL en Anderlecht is nog altijd veel groter dan die tussen Anderlecht en Real Madrid. Voor het stadsbestuur is het geen must dat Oud-Heverlee Leuven naar eerste stijgt. De stad interesseert zich vooral in al die jeugdspelers die in Leuven spelen. De dag dat de promotie naar eerste een feit is, moet er nog heel veel gebeuren. Een topclub kan OHL maar zijn als het zijn eerste crisis overwint.'

Twee miljoen euro

'Wij hébben al crisissen overwonnen', haast Eddy Vandezande zich te zeggen. 'Maar een trainer hebben we hier nog nooit ontslagen. Van onze bestuursploeg is nog niemand afgehaakt. Toestanden zoals in Dender zal je hier niet snel meemaken.'

Voor Eddy Vandezande kan het sprookje van OHL ook in eerste klasse blijven duren. 'Met een budget van twee miljoen euro draaien we in tweede klasse break-even. Maar pas als we in eerste spelen, zal er een hoop sponsors wakker schieten. Volgens onze berekeningen kunnen we in eerste zeven- tot achtduizend supporters bereiken. En jeugdspelers als Sterchele, Simaeys en De Man zullen we dan ook niet meer moeten verkopen.'