Vooral de finale was bloedstollend: de twee leiders Flecha en O'Grady werden pas in de slotkilometer ingerekend door de drie achtervolgers. Pozzatto zag zijn kans schoon en zette op 400 m van de eindmeet fors door, waardoor de overwinning maar voor het rapen lag.

Na een onrustig begin slaagden acht renners erin zich af te zonderen van het peloton tijdens de beklimming van de Oude Kwaremont, de derde helling van de dag na 51 km wedstrijd: Johan Vansummeren, Gert Steegmans, Sébastien Rosseler, de Italianen Lorenzo Bernucci en Manuel Quinziato, de Brit Jeremy Hunt en de Fransen Sébastien Minard met Geoffroy Lequatre boekten snel een anderhalve minuut voorsprong op het door de hevige wind geteisterde peloton.

Na de beklimming van de Valkenberg trokken de Fransman Jimmy Casper en de Duitser Steffen Wesemann in de tegenaanval. Laatstgenoemde moest zijn kompaan op de kasseien van de Haaghoek, na 120 km koers, laten gaan met een mechanisch defect. De acht bleven netjes ronddraaien en in het peloton regelden de renners van Jacques het tempo. De grote groep volgde op de top van de Berendries, de voorlaatste beklimming van de dag, op welgeteld twee minuten. Daartussen bengelden Jan Kuyckx, eveneens op jacht gegaan naar de kopgroep, en Jimmy Casper die op zijn beurt lek reed en in Kuyckx een ideale metgezel vond.

In de aanloop naar de Molenberg, de laatste helling, nam Rabobank het voortouw in het peloton. De voorsprong van de acht leiders was dan al uitgegroeid naar drie minuten. Casper en Kuyckx werden net na de Molenberg opgeraapt door het peloton, waarin het tempo fors de hoogte werd ingejaagd. De grote groep scheurde meteen in drie stukken.

Op de kasseistrook van de Lippenhovestraat in Zottegem Sebastien Rosseler het moeilijk in de kopgroep en moest hij zijn metgezellen even laten rijden. Rosseler kon naderhand wel weer aansluiting vinden, zodat we opnieuw acht koplopers kregen, waarvan de voorsprong op 50 km van de meet wel was teruggebracht tot onder de minuut. Na een vlucht van 110 km werden de acht opnieuw tot de orde geroepen door een jagend peloton, al spartelde Lequatre tevergeefs nog eventjes tegen. Met nog 36 km te gaan zette Bastiaan Giling een aanval op. De Nederlander kreeg op de kasseistrook van de Kriminineelstraat in Laarne het gezelschap van Bert Roesems.

Laatstgenoemde gooide Giling snel overboord, terwijl Philippe Gilbert in het peloton het gashendeltje opendraaide. De winnaar van vorig jaar kreeg Gorik Gardeyn, de Nederlanders Steven De Jongh en Laurens ten Dam, de Australiër Mathew Hayman en de Braziliaan Antonio Fischer mee in het wiel. Die zes achtervolgers raapten snel Giling op. Op 18 km van de streep smakte Gilbert evenwel tegen de grond op de kasseistrook van de Heistraat in Overmere. Tom Boonen ontbond net op dat moment zijn duivels en trok het peloton op een lint. De grote groep spatte in diverse stukken uit elkaar.

Roesems sneed de laatste kasseistrook, die van de Lokerse Vogelzangstraat, aan met een voorsprong van 10 seconden op een groep van 25 man met daarbij Boonen en Gilbert. Op 14 km was Roesems eraan voor de moeite, het signaal voor Flecha en O'Grady om in de aanval te gaan. Tom Boonen ging eerst solo in achtervolging, maar kreeg wat verderop het gezelschap van Nuyens, de Australiër Baden Cooke en Pozzatto. Het leidend duo bleef fel doorgaan en kon snel 10 seconden pakken. Gaandeweg dikten de seconden aan voor Flecha en O'Grady tot dan in de lange laatste rechte lijn naar de aankomst plots het tempo stokte. Nuyens ging alleen in de tegenaanval. Boonen bleef samen met Pozzatto zitten, terwijl bij Cooke het licht uitging. In een bloedstollende finale kwam Nuyens bij de twee leiders, maar ook de rest vervoegde hen. Tot op 400 meter van de finish 'Pippo' Pozzatto fors doorging en iedereen achter zich hield. Flecha werd tweede, net voor Boonen.

Morgen/zondag wordt met Kuurne-Brussel-Kuurne het tweede luik van het Belgische openingsweekend afgewerkt.