Roelandt, ondervoorzitter en lid van de raad van bestuur van het BOIC, werd onlangs in opspraak gebracht door atleet Erik Wijmeersch. Volgens de sprinter raadde de arts hem in 1998 groeihormonen aan. Daarnaast kwam Roelandt deze zomer ook in het oog van de storm terecht na zijn racistische uitlatingen tijdens de wedstrijd Nigeria-België op de Olympische Spelen van Peking.

De commissie is tot de conclusie gekomen dat Renno Roelandt feitelijks niks ten laste kan worden gelegd. Toch dringt ze aan op een ontslag omdat hij 'geen kordate houding heeft aangenomen tegen doping'.

'Een verder functioneren van de heer Renno Roelandt, als ondervoorzitter én als lid van de raad van bestuur van het BOIC, is onmogelijk geworden.'

Donderdag houdt het BOIC alvast een buitengewone algemene vergadering. 'De vergadering zal handelen over de beslissingen voorgesteld door de ethische commissie aan de raad van bestuur van het BOIC betreffende de uitspraken van Renno Roelandt tijdens de voetbalwedstrijd België-Nigeria op de Olympische Spelen in Peking en de beschuldigingen van Erik Wijmeersch aan het adres van Roelandt', verduidelijkte het BOIC eerder.

Over de racismekwestie houdt de ethische commissie zich op de vlakte, weet

De Morgen

. 'Een dergelijke houding kan niet worden toegelaten, zodat de ethische commissie aan de raad van bestuur voorstelt dat de betrokkene krachtdadig wordt herinnerd aan de deontologie...'.

Wat de dopingbeschuldigingen betreft, besluit de ethische commissie dat 'de houding van Roelandt niet strookt met die van een ondervoorzitter van het BOIC of een verantwoordelijke voor dopingbestrijding'. Het voornaamste verwijt luidt dat hij in de gesprekken met Erik Wijmeersch, waarvan Roelandt het vermoeden had dat ze moesten dienen om diens biografie te stofferen, 'altijd ontwijkende antwoorden heeft gegeven, zonder ook maar één keer een kordate houding aan te nemen of elke dopingpraktijk te veroordelen'.

Renno Roelandt liet weten zich niet zomaar bij een ontslag te zullen neerleggen.