'Jonge sporters experimenteren weer meer'

'Ik ken meerdere jonge sporttalenten die coke snuiven.' Psycholoog Paul Standaert werkt(e) voor onder meer Rabobank, Quick Step en Silence-Lotto en is de medestichter van de eerste Vlaamse ontwenningskliniek voor alcohol en drugs. 'Jonge sporters experimenteren weer meer met verboden middelen.'

Hans Jacobs

Hij is de medeoprichter van De Pelgrim, dat vijfendertig jaar bestaat en daarmee de eerste ontwenningskliniek van Vlaanderen. De kliniek behandelt vooral mensen met een alcohol- of drugsverslaving, maar evengoed verstokte gokkers of internetgebruikers. Als neuropsycholoog behandelt Standaert op dit ogenblik voornamelijk mensen met alcoholproblemen. Als sportpsycholoog maakt hij deel uit van de medische staf van Rabobank en begeleidt of begeleidde hij renners van profploegen als Quick Step of Silence-Lotto. Voor een goed begrip: als mental coach, niet als verslavingsdeskundige.

Met interesse heeft hij de zaak-Boonen gevolgd

(zie kaderstuk)

. Zijn praktijk leert hem dat Boonen niet de enige topsporter is die, eenmalig of niet, coke in zijn lijf heeft.

'Coke wordt vrij veel gebruikt. In de betere milieus van het uitgaansleven is coke de champagne van de drugs. Dat zijn dus niet de cafés waar een pintje anderhalve euro kost. Ook jongere atleten met de nodige centen komen weleens in dat milieu terecht. Ik ken meerdere jonge sporttalenten, zowel in binnen- als buitenland, die weleens coke snuiven als ze uitgaan. In de sfeer van: ik wil nu eens drie, vier uur uitgaan en er maximaal van genieten. Zoals iemand anders zou doorzakken en zes Duvels zou drinken.'

Buiten competitie is cocaïne, net als alle amfetamines, geen doping. Problematisch kan het worden als een sporter er afhankelijk van wordt. 'Coke en andere amfetamines zijn nu eenmaal verslavend. Maar het is geen lichamelijke verslaving. Je lichaam zal nooit schreeuwen om cocaïne, het is een louter mentale zaak, de gedachte dat je coke nodig hebt. Dat ligt anders bij bijvoorbeeld heroïne, waar je al na enkele keren lichamelijk afhankelijk van bent, of alcohol.'

Net daarom, zegt Standaert, is gecontroleerd gebruik van cocaïne mogelijk. 'Het is behandelbaar, controleerbaar bij iemand die een sterke persoonlijkheid en een goed gestructureerd leven heeft, als het dus zowel sportief, sociaal en emotioneel goed zit.' Met die bedenking: cocaïnebezit is tot nader order illegaal in België.

De internetplaag

Net als dopinggebruik in de sport. En daar ziet Paul Standaert een kwalijke evolutie. Eerst het goede nieuws: het profpeloton heeft schoon schip gemaakt met wat hij een 'delicate periode' noemt. 'Lang voerden de soigneurs het dopingbeleid. Een aantal ploegdokters durfde hun nek uitsteken om de boel gezonder te maken. Een aantal artsen is erin geslaagd om tot een vertrouwensrelatie te komen met de renners, in een sfeer van openheid: ik coach je, maar neem dit of dat niet. Ga niet op internet zoeken of steek je zakken niet vol epo als je in Spanje bent

(waar epo vrij verkrijgbaar is)

. Ze zijn erin geslaagd met een generatie van renners in vertrouwen te werken en zo de boel te saneren.'

Dan de iets verontrustender boodschap. 'Nu zijn jongere gasten weer onder elkaar aan het zoeken, meer aan het experimenteren. Naar analogie van het algemene uitgaansleven: zou je dit of dat niet eens proberen? In dat opzicht is het internet een plaag: wat je daar allemaal vindt. De sociale controle van de ploegarts valt voor een stuk weg.'

Standaert pleit voor een nog betere begeleiding. 'Daarom niet door sportpsychologen, maar wel door de directe entourage. De mensen die die

gastjes

van in het begin begeleiden, moeten een compleet beeld hebben van de renner en vooral de persoon achter de renner, zijn sociale context. Het gaat de goede kant op, heel wat trainers die ik ken, staan open voor die aanpak. Maar het is een proces.'

Dat topsporters naar doping grijpen, kan hij overigens best begrijpen. 'In heel wat beroepscategorieën wordt naar prestatieverhogende middelen gegrepen. Zakenmensen met een volle agenda die 's avonds hun whisky drinken voor ze naar de volgende klant gaan; bakkers die rond Pasen nachten aan een stuk moeten doorwerken. Daarin verschillen topsporters niet van andere mensen.'

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen