Karel Geraerts voorspelt een thriller tegen Young Boys Bern

© © Photo News

Wroeten en voor het Zwitserse doel opduiken: Karel Geraerts doet niet liever. Nu hij eindelijk verlost is van zijn rol van verdedigende middenvelder, zijn er geen excuses meer. Al vindt de Maaslander niet dat hij vorig seizoen zo slecht was.

Koen Van Uytvange

De voorbije weken liet Karel Geraerts (26) zich ontvallen liever niet als stofzuiger op het middenveld gebruikt te worden. Van box naar box ploeteren, dat is zijn sterkte. 'Clement is allicht de meest logische optie daar, ook al zit er geen puur verdedigende middenvelder in de kern', vindt de Maaslander. 'Maar als ik er nu toch in die rol geduwd wordt door de blessure van Clement, zit ik daar niet mee in. Ik ben een ploegspeler. Donderdag telt alleen de kwalificatie voor die poules. Daar snakt iedereen naar en dat voel je. Er wordt meer over gepraat dan anders. Die wedstrijd leeft omdat iedereen nog dat scenario van vorig seizoen tegen Brann Bergen in gedachten heeft. Dat moet absoluut vermeden worden.'

Hoe?

'Door er meteen in te vliegen. Na een slechte helft tegen Brann waren we alles kwijt. We waren niet geconcentreerd, niet scherp. Hoe pijnlijk dat ook was, het is een heel goede les geweest. Er zal vanavond bibbergeld worden betaald. We zullen goed moeten zijn, want Young Boys heeft dit weekend een goed resultaat behaald. We zijn mekaar zeker waard. Excuses zijn er niet: het vertrouwen is goed, de uitgangspositie is niet slecht en we hebben de les van vorig jaar waar we nog eens aan moeten denken. Het wordt een thriller. We moeten het aanpakken zoals in de tweede helft tegen Westerlo.'

Een eerste helft zoals zaterdag zou fataal zijn. Dat wil zeggen dat jij je wat moet intomen. Eind vorig seizoen zei Mathijssen over jouw positie: 'Geraerts moet weten wat hij wil.' En, weet je het?

'Natuurlijk, dat wist ik al veel vroeger. Maar Club is meer dan Karel Geraerts. Op de positie van verdedigende middenvelder hadden we toen wat problemen. Ik voel me niet te groot om daar te spelen, maar mijn beste positie is het niet. Behalve twee jaar in de jeugd bij Club speelde ik er nooit. Ik voeg liever iets toe in offensieve zin.'

'Als Club me voor die rol had gewild, dan had ik zelfs geweigerd om te tekenen', zei je onlangs.

'Stond dat er zo? Ik bedoel dat ik van Standard naar hier gekomen dankzij goede prestaties op een andere positie als verdedigende middenvelder. Mensen verwachten van mij dat ik tien keer voor de goal kom per match. Dat kan je niet als verdedigende middenvelder.'

Vond je vorig seizoen dan zo goed?

'Ik vond het niet slecht. Het begin was moeizaam, zoals heel de ploeg. Maar in die periode ben ik toch beslissend geweest. Ik scoorde, dwong strafschoppen af. Ik geloof dat ik over een heel seizoen vijf keer scoorde en een assist of zes gaf. Mijn rendement was er toch. Wie dan nog vindt dat ik een slecht seizoen draaide, is gewoon

anti-mij

. Die denken niet verder na: het is wel hetzelfde lichaam maar een andere Karel.'

'Infiltreren is een van mijn kwaliteiten. Niet elke speler kan dat fysiek aan, ik wel. Geloof me, vorig seizoen werd ik binnen de groep fel gerespecteerd voor mijn werk.'

Toch viel je harder op bij Standard.

'Natuurlijk. Niemand kende mij, ik maakte daar een paar belangrijke goals. België ontdekte mij toen. Nu is alles wat ik doe normaal, als ik niet scoor is het al slecht. Simons heeft dat hier ook meegemaakt: op de duur speelde hij zogezegd geen goede matchen meer terwijl hij nog steeds hetzelfde deed als voordien.'

Jouw beste seizoen bij Standard was met Rapaic en Conceição op de flanken. Dat treft want Club heeft nu eindelijk ook weer twee flanken.

'Met Dirar en Vargas is het wel makkelijker geworden, ja. Het is voor veel spelers een verademing dat je de bal kwijt kan op die kanten. Voor tegenstanders is het moeilijker om tegen Club te spelen. Boskamp had dat vorig seizoen goed gezien: leg Leko aan banden en de creativiteit is weg. Nu moet je Dirar en Vargas aan banden leggen, Sonck en Akpala in het oog houden, mij.'

Iedereen is vol lof over die jongens, maar moet jij vanuit jouw rol Dirar bijvoorbeeld niet aan het verstand brengen iets sneller in te spelen. Of dat Vargas wat vaker moet verdedigen? We zien jou vanuit de tribunes weinig zeggen.

'Oh, maar ik zeg wat ik moet zeggen. Je hebt spelers die druk gesticuleren, maar die willen misschien gezien worden. Wat die spelers betreft: je zegt dat, maar je mag hen ook niet te veel vrijheid afnemen. Dat Dirar de bal soms sneller moet afgeven zal hij zelf wel leren aanvoelen. Tegen Vargas spreek ik in een mengelmoes van Italiaans, Spaans en Portugees. De essentie heeft hij alleszins begrepen en dat telt. Dat hij in balverlies dicht bij mij moet komen. In balbezit doet hij zijn zin maar.'

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen