Wout van Aert beet er in 2023 liefst twee keer zijn tanden op stuk. Zelfs wereldkampioen tijdrijden Remco Evenepoel moest hem in de Chrono des Nations laten voorgaan. Met zijn derde plek op het WK en zijn Europese titel was de Brit Joshua Tarling in 2023 dé tijdritsensatie bij de profs. Toch was er nog een Belg die Tarling vorig jaar in het zand deed bijten. Minder dan een maand voor de Brit op het WK in Glasgow de wereld verbaasde, was niemand minder dan de weinig bekende 20-jarige Noah Vandenbranden hem te vlug af op het EK baanwielrennen voor beloften in de individuele achtervolging. Goud voor Vandenbranden, slechts brons voor Tarling. Ondanks de Europese titel die het onze landgenoot opleverde, misschien wel de meest onderschatte wielerprestatie van het jaar? “Ach”, glimlacht Vandenbranden er vandaag om. “Het was natuurlijk maar bij de beloften, terwijl in Frankrijk volop de Tour bezig was: begrijpelijk dat er niet zoveel aandacht voor was. Bovendien moest de grote doorbraak voor Tarling toen nog volgen.”

Maar met terugwerkende kracht maakt het er de stunt van Vandenbranden niet kleiner op. Vandenbranden knikt: “Ja, toen ik hem niet veel later de allerbeste profs zag verslaan, heb ik wel eens gedacht: die heb ik toch maar mooi geklopt.”

Toch kwam de opmerkelijke prestatie van Vandenbranden niet uit het niets. Op datzelfde EK pakte hij ook goud in de puntenkoers – nog zo’n prestatie die geruisloos passeerde. Maar vooral is Vandenbranden al tijden met voorsprong de beste Belg in de discipline waarin hij vandaag op het EK bij de elite aantreedt: de individuele achtervolging. Op zijn eentje bracht hij het Belgische record tussen april 2022 en juli 2023 met liefst zeven volle seconden terug tot 4’10”537. Wellicht te weinig om straks bij de elite voor de medailles mee te doen, maar voldoende om internationaal als een toptalent beschouwd te worden. Zijn enorme progressie dankt hij naar eigen zeggen vooral aan de komst van de Nieuw-Zeelander Tim Carswell als bondscoach. “Bleek dat we voordien al superlang verkeerd trainden: met veel te kleine verzetten, niet het juiste materiaal, amper of geen testen in de windtunnel… Ik kan nog altijd progressie maken.”