De wereldkampioen tijdrijden werd op de wegen in en rond Nice gespot door een Franse journalist. Op 21 juli wordt daar een strijd tegen de klok geleverd van 35,2 kilometer, met onderweg de Col de Turbie en de Col d’Èze.

Evenepoel had zondag al voorspeld dat het er wel eens van zou kunnen komen. “Ik denk dat ik niet de enige zal zijn die er zo over denkt. Nu we toch in de buurt zijn. Gelukkig zal er geen regen vallen. Het zal fris worden, maar de zon is op de afspraak. Na de verkenningen keer ik terug naar Calpe, waar het hopelijk ook goed weer is. En dan neem ik enkele dagen rust vooraleer ik de voorbereiding op de Ronde van het Baskenland start. Ik denk dat ik dat verdiend heb.”

Ploegleider Klaas Lodewyck deed verslag van de verkenning van maandag. “We zijn in Monaco gestart, waar het vrij druk was. De eerste beklimmingen hebben we twee keer gedaan om een goeie kijk erop te krijgen. De afdaling naar Nice hebben we ook twee keer gedaan. Dat was dezelfde als die in de wedstrijd van gisteren, maar nu waren de omstandigheden beter. Het is een mooie tijdrit, maar wel zeer zwaar. We hebben ook andere teams gezien overigens, zoals UAE.”

Dinsdag zou de Belgische kampioen ook de laatste bergrit van de Tour verkennen, een rit van 133 kilometer met drie beklimmingen. Alleen is de vraag of het daar allemaal al zal berijdbaar zijn na het rotweer (sneeuw en aardverschuivingen) van de voorbije twee weken.