Binnenkijken. Gwen (41) en haar gezin wonen in een 150 jaar oud begijnhof: “Het is alsof je in een postkaartje leeft”

“Die kronkelende straatjes, die huisjes … het is alsof je in een postkaartje leeft. De rust is fenomenaal.”© fvv

Sint-Amandsberg -

Begijnen wonen er al lang niet meer, en toch hangt er nog een zeker mysterie rond het Groot Begijnhof in Sint-Amandsberg. Wat schuilt er achter die bakstenen muurtjes en houten deuren? In het geval van Gwen Lemey (41) en haar gezin: krakende vloeren, een roze badkamer en een hoop sleutels waarvan ze het nut niet kennen.

Jill Dhondt

Een trampoline van twee meter breed. Je zou het niet meteen verwachten op een binnenkoer van een begijnhof, maar voor de kleine Fill (7) en Frances (5) is het een onmisbaar tuig. “Toen we hier kwamen wonen, waren de kinderen bang dat spelen of lawaaimaken verboden was. Maar vandaag zijn ze de luidsten van het hele hof”, zegt Gwen Lemey (41) met een grote glimlach.

Drie maanden geleden verhuisde ze naar het Groot Begijnhof Sint-Elisabeth in Sint-Amandsberg met haar man, Jan Vervoort (43), en hun twee kinderen. Het gasvuur konden ze gelukkig overnemen van de vorige huurders, anders was de keuken wel heel sober geweest. Het rekje met een twintigtal sleutels lieten ze hangen, al weten ze tot op vandaag niet waar die op passen. (Lees verder onder de foto)

Drie maanden geleden verhuisde Gwen met haar man en kinderen naar het begijnhof. “We zijn de luidsten van het hele hof”, lacht ze.© fvv

Tussenoplossing

In de gang hingen ze een borduurwerkje op van Jans eerste communie. “Dat heeft altijd ergens in een doos gezeten, maar we vonden het hier wel passen”, zegt Gwen. Een groot deel van haar spullen zit nog in dozen, aangezien ze over enkele jaren weer verhuizen. Hun vorige huis werd verkocht terwijl hun nieuw huis volop in opmaak is. Het begijnhof is een tussenoplossing.

“Een zálige tussenoplossing. Die kronkelende straatjes, die huisjes … het is alsof je in een postkaartje leeft. De rust is fenomenaal.” Ook al leven Fill en Frances zich af en toe eens heel goed uit op hun trampoline. “Je krijgt hier het gevoel dat de buitenwereld niet bestaat. Het enige wat je hoort, is de kerkklok.”

Alsof je in een slapend plattelandsdorpje woont. Met dit verschil dat het station Dampoort vlakbij ligt en het belfort op tien minuten fietsen. Geen wonder dat de begijnhofhuisjes zo gegeerd zijn. “Onze buren hebben jarenlang op de wachtlijst gestaan om een woning te krijgen”, vertelt Gwen. “Ze hadden een huis in Mariakerke maar toen ze telefoon kregen dat hier een huisje vrij was, hebben ze dat meteen verkocht om hier te kunnen huren.” Een huis kopen is geen optie in het Groot Begijnhof. Je kan er enkel huren.

“De kinderen zijn tegenwoordig gefascineerd door God. De beelden van Jezus en Maria op het hof spreken hen enorm aan”

Opgesloten

Begijnen zijn er al lang niet meer. In de conventen en een aantal huizen is een twintigtal vzw’s gevestigd. Voor de rest wonen er vooral zestigplussers. “Wij zijn bij de jongsten”, zegt Gwen. Gelovig zijn is geen vereiste om te huren. Fill en Frances krijgen zedenleer op school. “En toch zijn ze tegenwoordig gefascineerd door God. De beelden van Jezus en Maria op het hof spreken hen sterk aan.”

Gwen en Jan zijn gefascineerd door de begijnen die hier ooit woonden. “In het begin zat ik wel wat in met die begijntjes”, vertelt Gwen. “Woonden ze hier graag of waren ze hier tegen hun wil? Dat hield me wel bezig.”

Vroeger woonden de Gentse begijnen aan het Rabot, in wat vandaag het Oud Begijnhof Sint-Elisabeth heet. Tot de groeiende stad dat hof langzaamaan opslorpte. Hertog Engelbert van Arenberg trad op als reddende engel: hij kocht een lap grond buiten de stad om er een nieuw begijnhof te bouwen. In minder dan twee jaar tijd werd een ommuurde miniatuurstad gebouwd met twee toegangspoorten, tachtig huizen, veertien conventen, een infirmerie, een kapel en een kerk. (Lees verder onder de foto)

“De keuken en de badkamer zijn ouder dan mijn grootmoeder, maar wel mooi”, zegt Gwen.© fvv

Comfort

De laatste begijn stierf in 2003, maar hun aanwezigheid is nog voelbaar. De toegangspoorten worden elke avond gesloten om 23 uur en geopend om 6 uur. Bewoners hebben een sleutel, maar auto’s komen er niet meer in of uit.

“In het begin was dat wel wennen”, zegt Gwen. “Net zoals aan de straatverlichting, die elke keer om 23 uur gedoofd wordt. Dan is het plots pikkedonker. ‘We gaan dan maar gaan slapen want God is ook gaan slapen’, zeggen mijn man en ik dan tegen elkaar.”

Ook de huizen dragen nog sporen van vroeger. “De keuken en de badkamer zijn ouder dan mijn grootmoeder, er is nergens dubbel glas en alle vloeren kraken, maar ze zijn wel mooi. Je moet wat inboeten aan comfort als je hier wil wonen, maar je krijgt er wel een unieke ervaring voor terug.”

“Er is nergens dubbel glas en alle vloeren kraken. Je moet wel wat inboeten qua comfort als je hier wil wonen”

Nog meer omdat Gwen en haar gezin in een bijzonder jaar zijn ingetrokken. In september bestaat het Groot Begijnhof namelijk 150 jaar. Daarom werden fluisterbankjes geplaatst met QR-codes die je kan scannen om verhalen over het hof en de begijnen te horen. Tot na de zomer worden er open ateliers, workshops en een expo georganiseerd. Op 23 juni is er een rommel- en brocantemarkt.

“Het sluitstuk van het feestjaar vindt plaats op zondag 29 september”, zegt Jonas Vandeghinste, die het feestjaar mee organiseert. “Dan is het dag op dag honderdvijftig jaar geleden dat de laatste driehonderd van de zeshonderd begijnen hun hof bij het Rabot verlieten. Eind september herdenken we die tocht met een feestelijke stoet van driehonderd vrouwen door de stad.” (Lees verder onder de foto)

Het Begijnhof heeft twee nieuwe bewoners: Christilau en Bogreetje, kalfjes die sinds kort op de bleekweide grazen.© fvv

Wie benieuwd is, kan een wandelingetje maken in het Groot Begijnhof. Je hoeft geen bewoner te zijn om langs te gaan. Je kan ineens de twee nieuwe bewoners gaan groeten: Christilau en Bogreetje, kalfjes die sinds kort op de bleekweide grazen. “De begijnen hebben altijd koeien gehad”, zegt Vandeghinste. “Voor de 150ste verjaardag hebben we die draad weer opgepikt.”

“De kinderen vinden ze fenomenaal”, zegt Gwen. “Twee keer per dag staan ze daar, voor en na school. Over een paar weken mogen we ze voederen, daar kijken ze enorm naar uit. Fill schiet soms plots recht om naar de koeien te gaan kijken. Vroeger had ik dat nooit toegestaan, dat hij alleen op straat ging, maar het is hier zo veilig. Ik zou hier mijn hele leven kunnen wonen.”

Meer info over de stoet op 29 september vind je op www.grootbegijnhof.be.
Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer