Ze hebben zich dan toch niet kunnen redden. Secretaris Etienne Laureyssens had het ergens wel zien aankomen. “Vorig seizoen speelden we kampioen met een ploeg die werd gedragen door enkele oudere spelers. Die hingen na dat hoogtepunt hun schoenen aan de haak, waardoor we met een zeer jonge, onervaren ploeg verder moesten. Allemaal jongens van de U19, die er in derde provinciale plots alleen voor stonden. Dat gebrek aan ervaring brak ons zuur op.”

Nieuwe kansen

Weer een stap achteruit dus, maar dat brengt ook nieuwe kansen met zich mee. “Nu kunnen we opnieuw rustig verder bouwen aan de ploeg”, bekijkt Laureyssens het positief. “Voor ons is dit zeker geen verloren jaar, want de jeugd die in derde provinciale heeft gespeeld heeft veel ervaring kunnen opdoen. Naar komend seizoen toe kunnen we opnieuw enkele jongens laten doorstromen. Bovendien gaan we ook proberen om meer ervaren mannen van de A-ploeg naar ons over te hevelen. Sommigen daarvan geraakten daar moeilijk aan speelminuten.”

“Neen, wij zitten niet in zak en as omdat we moeten zakken met deze ploeg. Vergeet ook niet dat ons veld er vaak slecht bij lag. Dat komt omdat we dertig ploegen hebben binnen onze club, die allemaal op amper twee locaties kunnen spelen. Sommige ploegen moesten dus het A-veld gebruiken, dat daaronder wel leed. De stad Lokeren wilde overigens geen kunstgras aanleggen op onze velden.”