Een autonome Vlaamse voetbalbond zou een serieuze opsteker zijn voor minister van Sport Bert Anciaux (Vlaamse Progressieven), die op die manier een politieke rampweek op een positieve noot kan afsluiten. Want hoewel hij de impact ervan minimaliseert, de splitsing van de voetbalbond is voor Anciaux altijd een speerpunt - om niet te zeggen obsessie - geweest sinds hij minister van Sport werd.

Waarom was die splitsing nodig?

'Ik spreek liever niet over splitsing, maar over de oprichting van een Vlaamse liga. Die is nodig om in overeenstemming te zijn met de Vlaamse decreten, met de wetten van het Vlaams parlement. Zonder Vlaamse liga kunnen er geen Vlaamse subsidies naar het voetbal gaan. De voorbij jaren heb ik nu en dan experimentele projecten opgezet om het jeugdvoetbal te ondersteunen. Maar dat kon ik niet blijven doen.'

Volgens critici is de timing niet toevallig. U wil een Vlaamse voetballiga voor de verkiezingen van 2009.

'Dat is onzin. Als het aan mij had gelegen, had ik liever nog een derde jaar met die experimentele projecten gewerkt. Maar mijn collega's van de Vlaamse regering hebben me verplicht het nu te doen. Anders had de volgende minister van Sport met een dubbelzinnige situatie gezeten.'

Is het niet gemakkelijker het Vlaams decreet te veranderen dan de bond te splitsen?

'Wat ik vraag, is niet zoveel. Ik vraag de splitsing niet, ik vraag de oprichting van een nieuwe vzw. En niets belet die vzw om samen te werken met andere vzw's. Ik vraag niet dat de competitie wordt opgedoekt. Ik vraag niet dat de Rode Duivels verdwijnen en er een Vlaamse nationale ploeg wordt opgericht. In de praktijk hoeft er niet veel te veranderen.'

Als er in de praktijk niets verandert, waarom dan toch per se die Vlaamse liga?

'Omdat de liga de vrijheid moet hebben om een eigen politiek te voeren. Ik pak niks af van de nationale bond, ik bied ondersteuning aan die nu nog niet bestaat. Het gaat om een pure winsituatie. Wat we doen voor het jeugdvoetbal, wat we op lokaal vlak doen voor kleine clubs, dat wordt op dit ogenblik niet gedaan door de nationale bond. Zonder de gemeenschappen gebeurt er niets.'

Dreigt er geen concurrentievervalsing? De Vlaamse clubs zijn al sterk in de meerderheid in de hoogste afdelingen en met Vlaams geld kunnen ze alleen nog sterker worden.

'Verschillen bestaan er altijd, op alle niveaus. Sommige gemeenten geven meer subsidies dan andere, dat is ook een vorm van concurrentievervalsing. Sommige clubs kunnen rekenen op een sterke privésponsor die andere clubs niet hebben. Dat is ook een vorm van concurrentievervalsing. Laten we ook niet vergeten dat de Franstalige topclubs subsidies hebben ontvangen in de vorm van geld voor hun stadions.'

De Brusselse clubs worden verplicht te kiezen tussen de Vlaamse of de nog op te richten Franstalige liga. Volgens uw voorganger en Brussels minister Guy Vanhengel betekent dit een verzwakking van de Brusselse sport. In andere sporten als het basketbal is er geen topclub in Brussel meer.

'Het een heeft helemaal niets met het ander te maken. De Vlaamse liga kan de clubs in Brussel net versterken. De subsidies die klaarliggen, kunnen ze elders niet vinden. Nu al heb ik weet van een zevental Brusselse clubs die zich bij de Vlaamse liga willen aansluiten. Ik maak me sterk dat er nog andere clubs hun koudwatervrees zullen overwinnen.'

Wat als de bond beslist dat hij toch unitair wil blijven? Komen er dan geen subsidies?

'De deadline van 1 december is onherroepelijk. Zonder Vlaamse liga komt er geen 50 miljoen euro voor stadions en 5,5 miljoen op jaarbasis voor jeugdsport en ondersteuning. Maar ik kan niet geloven dat de Vlaamse liga er niet komt. Over dit dossier zijn veel roddels verspreid. Voor het grootste deel bewust. Sommigen hebben me willen treffen in de Brusselse context. Maar als straks mijn termijn afloopt als minister van Sport, zal ik niet moeten blozen. Als de hervorming van de bond mislukt, zal het de verantwoordelijkheid zijn van de mensen van de bond, niet van Bert Anciaux.'