“Wij hebben beslist dat er meer bescherming zal komen wat betreft onze wereldbeker veldrijden. Hoeveel manches er in het seizoen 2024-2025 zullen komen, daar zijn we nog niet over uit. Het concept op zich heeft wel degelijk een toekomst. We willen de wereldbeker meer buiten België krijgen. Wij kunnen, UCI zijnde, de kalender bepalen”, stelt Peter Van Den Abeele, directeur sport binnen de UCI.

“De nieuwe WB zal zich niet enkel rond de kerstperiode situeren. We hebben met Flanders Classics een contract voor twaalf tot veertien manches. Tien tot twaalf manches in de wereldbeker zou ook wel mooi zijn. Dit in de periode december en januari, gevolgd door het wereldkampioenschap. Wij hopen hiermee de ‘grote namen’ warm te maken voor de WB”, legt hij uit. 

“De renners bepalen echter nog altijd zelf hun programma. Wij kunnen er niet voor zorgen dat Mathieu van der Poel of Fem van Empel sowieso starten in die wedstrijden. Wij hopen met de herschikking van de datums zo de renners meer kansen te geven die Wereldbeker wel af te werken”, gaat de UCI-topman verder. 

“Welke crossen er zullen wegvallen van die veertien? Dat is een andere vraag. In de periode van de voorjaarsklassiekers hopen we hieromtrent meer duidelijkheid te schenken. Dan willen we met de veldritkalender 2024-2025 naar buiten te komen”, aldus Van Den Abeele. “We willen ook de andere klassementen behouden en gaan niet iedereen van tafel vegen. Het komt er wel op neer de wereldbeker een betere kalender te geven. Bij de jeugd hebben we een ruim internationaal platform. Bij de elites ligt dat anders. Er is de Nederlandse dominantie bij de vrouwen en in de mannencategorie is er een Nederlands-Belgische dominantie. De sterke landen zullen de sterke landen blijven, maar wij willen vechten voor een verdere investering van de mondialisering van het veldrijden”, besluit Van Den Abeele.