De 4-2-nederlaag op Standard liet zijn sporen na, zeker omdat Tarik Tissoudali daar het eigen beleid hekelde. Zelfs al bood die later zijn excuses aan voor de slechte timing, Hein Vanhaezebrouck snapt de frustratie van zijn spits. Omdat Tissoudali nu eenmaal lijdt onder het gebrek aan een stevige spits naast hem. “Dat klopt, maar als individu kan je ook naar jezelf kijken. Ik weet wel dat je liever een bliksemafleider naast je hebt, maar bijvoorbeeld bij Marokko spelen ze vaak ook maar met een spits. Als hij daar titularis wil zijn, moet hij eerst bewijzen bij Gent dat hij als enige spits kan functioneren. Je moet je ook kunnen aanpassen aan de omstandigheden. Hij ziet elke dag dat we niet heel veel mogelijkheden hebben in de spits. Dan moet hij zijn eigen ideaalbeeld even opzijschuiven voor het teambelang. Dat is er de laatste weken niet uitgekomen. Ik heb begrip voor hem maar hij moet ook begrip tonen voor zijn medemaats. (droog) De andere oplossing is iemand anders zetten. Maar dan zal hij ook niet content zijn.”

Dat Tissoudali op papier de beste is, vindt Vanhaezebrouck geen argument. “Daar ben je niets mee. Wat zich op de mat afspeelt, dat is bepalend. Niet je marktwaarde, niet je caps, niet het aantal goals in het verleden, zelfs niet het aantal goals dit seizoen. In zo’n situatie zijn dat de spelers waarmee je naar de oorlog kan. Als zij met de meeste sterren en strepen op hun uniform er niet voor willen gaan in de oorlog, dan ben je daar niets mee. Dat telt nu voor iedereen. Kijk, er waren jongens die voor Nieuwjaar zelfs in de rotatie niet veel speelden en niet content waren. Nu zijn er mannen die veel meer spelen maar we verliezen elke match. Dan moet je ook naar jezelf kijken. En nu is iedereen terug: Hong zit terug in zijn beste vorm, Watanabe bijna, Tissoudali is er nog niet helemaal, Nurio ook nog niet, al is die van de Afrika Cup teruggekeerd met een blessure. Maar we zijn een maand verder. Telkens maar verwijzen naar andere zaken, naar medespelers, dat gaat niet op. Zelf niet goed zijn maar commentaar geven op alles wat errond gebeurt: dat klopt niet. Zorg eerst dat je zelf goed genoeg bent voor je kritiek geeft.”

Union en Castro-Montes

Binnen AA Gent wordt gehoopt dat de ploeg zondag toch nog een reactie in huis heeft, zelfs al is een verplaatsing naar Union, al 22 (!) competitiewedstrijden op rij ongeslagen, wellicht de moeilijkste wedstrijd van het seizoen. “Absoluut, maar in onze situatie is elke wedstrijd moeilijk. Mochten we nu naar Kortrijk of een andere ploeg onderin moeten, dan zou de druk nog groter zijn. Dan heb je geen enkel excuus. In die zin is deze match dan makkelijker.”

Steekt het niet bij AA Gent dat Alessio Castro-Monts naar de uitgang werd geduwd en bij Union een vaste waarde is? “Hij wilde zelf weg. Nadat hij enkele buitenlandse opties had geweigerd, waren wij ons aan het voorbereiden op zijn vertrek. We betaalden daar ook voor, zoals in het geval met Brown, waarna hij weg moest. Hij twijfelde over Union. Ik denk dat hij ons heel dankbaar is dat we doorgeduwd hebben om hem ginds te krijgen. Het was voor minder geld dan andere clubs wilden betalen, maar blijkbaar was iedere cent toen welkom.”

Vanhaezebrouck hoopt vooral dat er zondag niet weer moet worden gezeurd over de arbitrage, zoals na Standard. “Ik hoorde het Referee Department met plezier praten over de derde goal van Club Brugge maar niet over de cruciale fases op Standard. Men maakt zich er weer makkelijk vanaf. Dat is ons in Brugge gebeurd, in Anderlecht, in Standard. Laat ons hopen dat op Union alles normaal verloopt. Daar zouden we ook al tevreden mee zijn”, kruist hij zijn vingers voor de leiding van Erik Lambrechts en VAR Lawrence Visser. Maar: “Je kan over het transferbeleid spreken, over de refs, maar we zijn zelf voor een groot deel verantwoordelijk voor wat misloopt, met rode kaarten en strafschoppen. Zolang we zelf de fouten maken, moet je niet verwijzen naar andere dingen.”