Pogacar heeft niet alleen mentaal, maar ook in het klassement tikken uitgedeeld aan de concurrentie in de strijd om de roze leiderstrui in de Giro tijdens de zevende etappe, een veertig kilometerslange tijdrit van Foligno naar Perugia. De 25-jarige Sloveen, toch ook diep gegaan, was dan ook tevreden na afloop en stelde vast dat zijn inspanningen in het tijdrijden zijn vruchten hebben afgeworpen. “Dit was na het WK mijn eerste wedstrijd op een tijdritfiets. Daar hebben we veel voorbereiding in gestoken. Dat verliep met veel ups en downs. En dus ben ik superblij dat ik me vandaag goed voelde.”

Pogacar moest het afleggen tegen thuisrijder en tijdritspecialist Filippo Ganna. Een moeilijke opgave - zelfs voor een alleskunner als Pogacar - zo bleek uit de meting bij het eerste tussenpunt. Maar dan moest het indrukwekkende slotoffensief van de Sloveen op de laatste helling nog komen. “Ik was aan een iets rustiger tempo gestart. Ik moest nog wat wennen aan mijn tijdritfiets. Daarna reed ik een strak tempo om vervolgens alle registers open te gooien op de beklimming. Ik wist dat die (slotklim, red.) me beter lag dan Filippo. Het was best steil, maar dat was in mijn voordeel.”

Zaterdag wacht in de Giro een tweede aankomst bergop. “In de Giro is dat een gewone bergrit. Niets zot”, blikte Pogacar vooruit.