Op internaat voor Peking 2008

© © Johan Eyckens

Tussen het Indonesische kunstwerk staan de bekers en trofeeën op de kast uitgestald. Yuhan Tan (20), een Belg met Indonesisch bloed, speelt badminton. En niet zo'n klein beetje. 'De Olympische Spelen van Peking halen is geen wilde droom, maar realistisch.'

Hans Jacobs

Heel even zegt Yuhan Tan dit weekend zijn ouders gedag, en passant verovert hij hoogstwaarschijnlijk de Belgische titel, daarna sjeest hij weer terug voor een rit van tweeëneenhalf uur richting Saarbrücken, Duitsland. Om daar het sportregime voort te zetten dat hij nu al een jaar en vier maanden volgt.

De internationale badmintonfederatie vond dat het tijd werd om minder badmintongekke landen - België bijvoorbeeld - dan China, Maleisië, Indonesië of Korea naar de top te loodsen. Het opzet was niet gering: in een Duits olympisch trainingscentrum een keurgroep van de 'kleinere' badmintonlanden klaarstomen voor de Spelen van Peking. Yuhan Tan doorstond met glans de selectieproef en is een van de acht jongens en negen meisjes met olympische ambities.

'In België kon ik niet meer vooruit', zegt hij. 'In Duitsland is het een stuk professioneler. Ik heb internationale topcoaches en train met goede spelers.' Of hij traint als een prof? Hij corrigeert. 'Ik bén een profsporter. Iedere dag trainen, trainen en trainen. En tussendoor rusten, eten, slapen. Alleen de was moet ik zelf doen. Het is eigenlijk een gemakkelijk leven. En de internationale badmintonfederatie betaalt de opleiding.'

Wachten tot mei

Het resultaat: vandaag staat Yuhan Tan op de uitgezuiverde olympische ranglijst - van de allersterkste landen mogen slechts drie atleten naar de Spelen - 36ste. In Peking is er plaats voor 38 badmintonspelers. Op dit ogenblik mag Tan dus naar de Spelen. Dat wil zeggen: als het Belgisch Olympisch Comité (BOIC), dat strengere selectienormen eist, akkoord gaat.

Tan: 'We hebben al eens met het BOIC gesproken. In mei, wanneer de olympische selectietornooien achter de rug zijn, wordt de knoop doorgehakt. Ik zie het wel zitten. Anders was ik nooit op badmintoninternaat gegaan. Deze Spelen zijn mijn doel.'

En zo heeft België, na Pedro Vanneste en Ruud Kuyten, weer iemand in de internationale badmintonscene. Meer nog, een Belg van amper twintig die alles in zich heeft om te groeien - de gouden jaren in badminton zijn van 24 tot 28 jaar.

Vakantie

Een deel van de verklaring is papa Tan, van Indonesische afkomst. Toen hij meer dan dertig jaar geleden tandheelkunde kwam studeren in België, viel hij voor een studente uit Bilzen en ging nooit meer weg. Inmiddels is hij Belg en zijn kinderen uiteraard ook.

Yuhan Tan: 'Ik ben opgevoed in het Nederlands en in het Indonesisch. Al praat ik niet meer zo goed Indonesisch als vroeger, ik begrijp de taal wel. Elk jaar gaan we naar ginder, naar de familie van papa. Op vakantie. Zelfs mijn papa spreekt over vakantie. Zijn thuis is hier, hij is hier al zo lang. De cultuur van zijn geboorteland heb ik wel een beetje meegekregen.'

En rara, in welke sporten blinken Indonesiërs uit? Badminton dus. Yuhan Tan: 'Mijn papa speelde badminton, maar alleen voor de fun. Dankzij hem ben ik wel begonnen, alhoewel hij me nooit heeft gepusht. Mijn ouders hebben me wel voluit gesteund toen ik de stap naar prof heb gezet. En voor ik prof was, haalden ze een Indonesische sparringpartner naar België om hoger op te geraken.'

Badminton is sport nummer één in Indonesië. Tan: 'De Indonesische badmintonspelers zijn echte BV's. Als ze over straat lopen, komen massa's mensen naar ze toe. Zoals de stervoetballers in België, maar een graad erger. Maar ik heb nooit overwogen om Indonesiër te worden. Ik ben hier opgegroeid.'

Spelvaster

Wat heeft Tan nodig om aansluiting te vinden met de wereldtop? 'Technisch heb ik alles onder controle, maar ik moet vooral spelvaster worden. Aan de top gaat alles veel sneller en wordt het voor mij moeilijker om mijn spel te blijven spelen.'

Het moet een droom zijn, deelnemen aan de Spelen in China, nummer één in badminton. 'De Chinezen staan onder een enorme druk. Ze mogen niet verliezen op hun Spelen. Chinezen zijn heel snel, explosief. En heel vroeg beginnen ze te trainen als een prof. Mijn coach was vroeger een Chinese topspeler. Vanaf zijn tiende is hij naar een trainingscentrum gestuurd. De Belgen gaan tot achttien naar school en beslissen dan: misschien wel prof, misschien geen prof. Er zijn natuurlijk heel veel Chinezen die het niet halen. Ze beginnen met duizenden spelers, er komen er twee, drie uit. Dat zijn dan wel de besten ter wereld'

De wereldtop, voor minder doet Yuhan Tan het niet. 'Op de Olympische Spelen van Londen 2012 ben ik op mijn sterkst. Als ik doorga. De top twintig van de wereld halen is mijn doel. Ik wil niet in de top veertig blijven hangen. Als ik zie dat ik niet verder kan komen, heeft het voor mij geen zin. Dan stop ik ermee en begin ik te studeren.'

Papa is tandarts, mama kinderarts. Yuhan Tan: 'Geneeskunde zegt me wel wat. Maar eerst wil ik hoog mikken in de sport.'

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen