Lefgozer Kevin Van Der Perren wil niet op safe spelen

Kroaten zijn een warmbloedig, strijdlustig volk: kunstschaatser Kevin Van Der Perren zit helemaal op zijn plaats in Zagreb. 'Ik neem bewust een groot risico, slechts drie anderen durven dezelfde combinatie aan. Maar alleen zo kan ik een medaille pakken.'

Kevin Van Der Perren heeft pas sinds maandag zijn intrek genomen in het atletenhotel. 'In een hotel zit ik maar te zitten, en dat is niet goed voor mij. Als ik te lang op voorhand aankom, begin ik te denken en te twijfelen.'

Anders geen gebrek aan kopzorgen. Hij sleept al twee jaar de naweeën van een heupblessure met zich mee. Zijn val op de Grand Prix-finale, dit seizoen in Turijn, maakt het er niet beter op. 'Niet alleen op het ijs heb ik pijn, maar ook als ik stap of met de auto rijd. Vroeger had ik goede en slechte dagen, nu zijn er geen goede dagen meer.'

Van Der Perren is er de man niet naar om daarover te jammeren, ook al helpen de cortisonespuiten niet echt. 'Ik wist dat het niet tegen dit EK opgelost zou zijn, dus schaats ik door de pijn heen.' Plan A luidt: na het WK onder het mes. Of hij ook Plan B in het achterhoofd heeft, na dit EK op de operatietafel en het WK laten schieten? Van Der Perren: 'Sinds 2005 stond ik niet meer op een WK, het kan mij niet schelen wat er gebeurt, ik wil dit jaar naar dat WK.' Hij meesmuilt. 'Als ik tot daar geraak.'

Maar eerst het EK. Je staat zevende op de wereldranglijst, je stond bij de beste zes ter wereld in de Grand Prix-finale. Hoe verklaar je dat je dit seizoen weer een niveau hoger schaatst?

'Ik train programmagerichter. Vroeger werkte ik tien keer na elkaar dezelfde sprong af en was het van:

joepi, tien keer gelukt

. Daarna zette ik de muziek op en het was

patat

, op het ijs. Nu doe ik alles met muziek, train ik iets korter, maar wel intensiever. Ik train een volledige kür, of een deel van een kür. En zelfs als ik één sprong train, is het nu altijd met muziek. Het waanidee van

als de muziek opstaat, gaat het niet meer

moest uit mijn hoofd.'

Je snelheid van uitvoering en je pirouettes zijn ook verbeterd. Je sprongen waren altijd je sterke punt. Is het zo dat je, nu je de sprongen onder de knie hebt, pas aan die andere elementen kon beginnen werken?

'Vroeger wilde ik alleen aan mijn sprongen werken

(lacht)

. Ik weet intussen dat alles moest verbeteren als ik een medaille wil pakken.'

Hoeveel verder sta je sinds die bronzen EK-medaille vorig jaar?

'Zonder te willen overkomen als een dikke nek: ik ben honderd procent beter voorbereid op dit EK dan op het vorige. Ik heb harder, competitiegerichter getraind. Niet dat ik vorig jaar slecht voorbereid was.'

Met het nieuwe jurysysteem weegt het artistieke nog meer door dan vroeger. Dat speelt niet in je voordeel: je moet het vooral hebben van je techniek, je sprongkracht.

'Pfff

(maakt een wegwerpbeweging)

. Als je niets mist, dan krijg je op alles meer punten, ook op het artistieke. En je moet wat geluk hebben met de jury, het blijft een subjectief oordeel. Wat ík mooi vind, is daarom niet hetzelfde als wat een jurylid ervan vindt. Ik hou nu eenmaal van moderne muziek, als een jurylid dat lelijk vindt, kan ik daar weinig tegen inbrengen.'

Toch jammer dat in een topsport subjectieve elementen even belangrijk zijn als de techniek?

'Ik vind ook dat het technische aspect meer waard moet zijn als de muziek, de choreografie, de elegantie. Met de nieuwe regels verloopt de quotering van de techniek wel eerlijk, de quotering van het artistieke zal nooit helemaal eerlijk zijn.'

De fladderaars, zoals je de vele schaatsers met vrouwelijke kantjes noemt, zullen lachen. Zij zullen nog meer hun 'elegantie' uitspelen tijdens hun kür.

'(lacht)

Inderdaad, ja.'

Op de Olympische Winterspelen droeg je een pak met op je rug EXIT. Je wilde op je achterste de letters ONLY aanbrengen als een statement, dat je niet gay was. Vandaag ga je niet provoceren?

'Neen

(lacht)

. Dit seizoen heb ik in de vrije kür zelfs wat ingespeeld op wat de jury mooi vindt.'

Vandaag staat de korte kür op het programma. Hoe wil je het aanpakken?

'Ik ga voor het moeilijkste. Dat wil zeggen: de quad (viervoudige sprong) als combinatie in de korte kür. Er zijn maximaal drie anderen die dat durven. Wie het overleeft, zal goed staan. Het is een groot risico. Maar een programma met alleen triples

(drievoudige sprongen, red.)

heb ik intussen al vier jaar gedaan. Je moet lef hebben om ervoor te gaan. Het is de enige manier waarop ik nog hoger kan geraken. In Frankrijk eist de federatie zelfs dat de schaatsers voor een quad moeten gaan, anders mogen ze niet deelnemen. Ik vind dat geen slechte regel. Want iedereen doet hetzelfde. Vorig jaar deden de nummers twee tot vijftien dezelfde sprongen. Een moeilijk programma zal me ook meer voldoening geven, en ik ben al een heel seizoen voor de quad gegaan op de korte kür.

De Europese top zit nog dichter op elkaar dan de wereldtop. Als je tactiek lukt, wenken de medailles.

'Tja, één val, en je hebt het zitten. Ik kan derde worden, maar evengoed vierde, vijfde, zesde, zevende of achtste.'

Of eerste of tweede?

'Euh, zo werkt het niet. Brian Joubert (Frankrijk) en Stéphane Lambiel (Zwitserland) zullen één of twee worden, dan zijn er vijf, zes man die derde kunnen worden. Vorig jaar was het makkelijker. Lambiel was er niet bij, Joubert zou haast zeker winnen, en daarna lag het veld open. Ditmaal niet.'

Waarom zijn Joubert en Lambiel zo ongenaakbaar?

'Ze mogen nog op hun hoofd landen, ze staan nog voor.'

Waarom?

'Neem nu de Grand Prix-finale in Turijn. Ik vond de Japanner Takahashi de beste van iedereen, en toch wint Lambiel. Terwijl het duidelijk was wie er verdiende te winnen.'

Zeg je nu: het spel werd oneerlijk gespeeld?

'Lambiel heeft in elk geval een streepje voor omdat hij tweevoudig wereldkampioen is geweest. Ik trek het me niet aan, ik hoop gewoon dat ik het op dit EK allemaal

bijeen kan houden

. Als ik twee keer clean kan rijden, moet ik normaal gezien makkelijk het brons pakken.'

Je verloofde en binnenkort echtgenote, Jenna McCorkell, is hier ook aan de slag. Als jullie kinderen krijgen, mogen ze dan ook schaatsen?

'Ze mogen zeker weten welke sport mama en papa goed kunnen. We zullen het moeilijk kunnen wegsteken

(lacht)

. En als ze willen schaatsen, mogen ze dat. Maar ik zal ze niet pushen.'

Waarom niet?

'Het schaatsen is geen gemakkelijke wereld. Voor een meisje is het makkelijker, maar voor een jongen is het niet vanzelfsprekend.'

De schaatswereld is ook een vieze wereld, van achterklap en intriges. Wordt gezegd.

'Bij de jongens valt het nogal mee.'

Je bedoelt eigenlijk: bij de vrouwen dus niet.

'Als de vrouwen beginnen te roddelen over elkaar, draai ik mijn rug. Het interesseert mij echt niet hoe iemand leeft, of iemand nu wel of niet te mager is en anorexia heeft.'

Hoe zit het met intimidatie? In atletiek bijvoorbeeld is het in de oproepingskamer, waar de atleten verzamelen blazen, een mentale oorlog. Sommigen brullen, briesen, botsen toevallig tegen de concurrent aan, kijken de anderen strak aan.

'Dat bestaat in het schaatsen niet. Hier gebeurt het allemaal achter de rug.'

Dat is nog erger.

'Eigenlijk wel. Je kunt met iemand aan tafel zitten en een goed gesprek hebben. Een dag later zegt een derde over je tafelgenoot:

wat die allemaal over je zegt!

Op een kampioenschap merk je dikwijls dat de anderen vriendelijk tegen je zijn zo lang je achter hen staat in de competitie. Ze doen maar, dat kan me geen bal schelen.'

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen