Vijfde in de scratch, winst in de temporace, winst in de afvalling én een meer dan degelijke puntenkoers. Wat Lotte Kopecky vrijdag niet lukte bij de vrouwen deed Van Den Bossche zaterdag wel bij de mannen: een medaille pakken op een olympisch nummer. Toch was hij niet helemaal gelukkig. “Uiteindelijk scheelt het drie punten voor goud”, zuchtte hij. “Als ik dan toch moet verliezen, dan liever met meer verschil. Dit laat mij achter met een dubbel gevoel.”

Nog meer omdat hij na drie onderdelen nog aan de leiding stond. Geloofde hij op dat moment in goud? “Je moet erin geloven”, klonk het. Al besefte hij tegelijk dat het in het slotonderdeel moeilijk zou worden tegen vlugge jongens als de Britse Hayter. “Moest ik nu een Viviani zijn die supersnel is in de sprint, dan zou ik met een ander gevoel aan de leiding gestaan hebben. Ik heb het in het begin nog slim proberen spelen door enkele mannen te laten wegrijden. Zo slaagde ik er nog in om mijn puntjes te sprokkelen. Maar het peloton is op zo’n EK ook niet zo heel sterk. Je schiet snel met zes, zeven goede renners over, waardoor je ook niet echt op de verrassing kan spelen. Dat speelde allemaal in mijn nadeel.”

Niettemin blijft het een ijzersterke prestatie die Van Den Bossche neerzette, nog meer omdat dit omnium, wegens olympisch, een van de sterkst bezette nummers op dit EK is. “Ik had zeker een goede dag”, beaamde hij. “Anders kan je geen twee onderdelen winnen. Ik wist wel dat de conditie goed zat, maar dan moet het er nog altijd uitkomen. Dat is gelukt.”

Maar zo mogelijk nog belangrijker voor Van Den Bossche: nadat hij donderdag aan de zijde van De Vylder ook al sterk had gepresteerd in de ploegkoers, zet hij hiermee zijn olympische kandidatuur opnieuw kracht bij. Met Lindsay De Vylder, Robbe Ghys en hijzelf zijn ze met drie voor twee plekken in de ploegkoers. Maar één van dat duo zal ook het omnium moeten rijden. Met zijn bronzen plak steekt Van Den Bossche nadrukkelijk zijn vinger op. Toch? “Ik denk het wel”, besloot hij. “Als je in het jaar van de Spelen op een EK een medaille kan pakken, toont dat iets. Nog meer omdat de toppers hier allemaal waren.” Het goud in het omnium was uiteindelijk voor de Brit Hayter, het zilver voor de Deen Hansen.