VERGETEN BRABANTSE OLYMPIËRS. Hoe zou het nog zijn met marathonspecialist Dirk Vanderherten (67)? “Ik kom bijna niet meer aan lopen toe, alles staat in functie van de kinderen”

“Atletiek start je best niet te vroeg”, denkt Dirk Vanderherten. “Zeker als langeafstandsloper kan je beter eerst volgroeid zijn.”© Kms

Een groot succes werd de olympische marathon in Seoel in 1988 met een opgave niet, maar gelukkig kende Dirk Vanderherten genoeg andere sportieve hoogtepunten. De drievoudige Belgische marathonkampioen bleef lange tijd actief binnen de sportwereld, maar kwam uiteindelijk in een poetsbedrijf terecht. Op zijn 67ste rijdt hij zijn drie zonen rond naar hun eigen sportactiviteiten.

Milan Augustijns

“Minder en minder”, zegt Dirk Vanderherten als we hem vragen of mensen hem vandaag nog aanspreken op zijn loopcarrière. Nochtans blijft hij wel een grote naam in het wereldje: top tien op een EK marathon, top tien op een WK marathon, drie keer Belgisch kampioen, vier keer winst in de 20 kilometer van Brussel en één keer winst in de Antwerp Ten Miles. “De 20 kilometer van Brussel, dat waren relatief makkelijke overwinningen”, herinnert Vanderherten zich. “Er viel namelijk weinig geld te verdienen. Al bood de sponsor wel 120.000 Belgische frank (ongeveer 3.000 euro, red.) als je won. Mijn mooiste overwinning is misschien wel de Dam tot Damloop in Amsterdam, waar ik Vincent Rousseau klopte. Tiende op het WK is ook niet slecht, al liep ik met twee longen en vele anderen met drie.” Daarmee doelt de Vlaams-Brabander, die in Steenokkerzeel woont, natuurlijk op het dopinggebruik dat in de jaren tachtig al stevig in opmars was.

© Kms

Tijdens de olympische marathon in Seoel in 1988 moest Vanderherten de strijd staken. “Ik had de jetlag niet goed verteerd en ook de voeding niet. Wij hadden geen eigen kookploeg mee”, vertelt de marathonloper. Dan kan Korea al eens tegensteken. “Jammer, want ik had bij de eerste acht kunnen eindigen.”

Tijdschrift

Na zijn actieve topsportcarrière bleef Vanderherten nog jarenlang actief in de loopwereld. Eerst was hij marketingmanager bij Adidas, daarna werd hij uitgever van het tijdschrift Runner’s World. “Die functies heb ik gekregen met dank aan mijn loopcarrière. Anders was mij dat niet gelukt, want ik heb maar een graduaat boekhouding. Mijn sportprestaties hebben dus zeker geholpen, al zou ik er tegelijk beter hebben voorgestaan als ik een andere sport op mijn niveau had beoefend. Stel je voor dat ik de tiende beste voetballer ter wereld was geweest in plaats van de tiende beste marathonloper.”

Heel veel geld heeft de marathonloper dus niet aan zijn sportcarrière overgehouden, maar hij klaagt niet. “Ik denk dat het vandaag nog moeilijker is. Nu geven ze al het geld aan de grote vedetten die in een marketingplan geïntegreerd kunnen worden, maar in mijn tijd kon je nog iets verdienen als local hero.”

In 2013 hield het tijdschriftverhaal op voor Vanderherten en kwam hij in het poetsbedrijf van zijn voormalige coach Luc Dekoster terecht. Iets helemaal anders dan de sportwereld. “Ik doe er debiteur-administratie, maar dat zal stilaan afgebouwd worden, want ik ben eigenlijk al gepensioneerd. Ik ga proberen nog meer voor mijn kinderen te zorgen, zodat ze een mooie toekomst kunnen uitbouwen. Je leeft verder in je kinderen.”

Drie musketiers

Op zijn 52ste kreeg Vanderherten nog een zoon, en daarna zouden er nóg twee zonen volgen. Hendrik (14), Oscar (12) en Dirkein (8) zijn de namen. “Ik heb serieus mijn werk met die drie musketiers”, vertelt hij lachend. “Aan lopen kom ik bijna niet meer toe. Alles staat in functie van de kinderen, maar dat doe ik graag. Vroeger kon ik nog eens met hen gaan lopen, maar nu kan ik ze niet meer volgen.”

Dat zijn zonen niet in een atletiekclub zitten, vindt Vanderherten niet erg. “Atletiek start je best niet te vroeg”, denkt hij. “Zeker als langeafstandsloper kan je beter eerst volgroeid zijn. Er zijn bijna geen toppers uit de jeugdreeksen die later effectief doorbreken. Zelf ben ik ook pas op mijn vijftiende begonnen. Mijn oudste doet tennis, en beweegt veel veelzijdiger dan een loper. Oscar voetbalt drie keer per week en heeft een goed loopvermogen. De jongste tennist ook, maar voorlopig maar één uurtje in de week. Fysiek zijn mijn jongens sterk, in de klas eerder middelmatig. Het zijn natuurlijk jongens, en die hebben niet altijd zin om te studeren.”

Taxi papa

Overstappen naar de atletiek kan voor de zonen Vanderherten later nog altijd. En misschien kan vaderlief dan weer wat op atletiekwedstrijden terechtkomen, want nu gebeurt dat nauwelijks nog. “Ik zou graag willen, maar heb geen tijd”, legt de olympiër uit. “Mijn oudste traint vijftien uur in de week op de tennis, dus ik ben altijd heen en weer aan het rijden. De middelste speelt zes uur voetbal en dan nog een uurtje tennis voor de jongste. Dan is mijn tijd wel goed gevuld, hoor.”

Aangeboden door onze partners

Meer sportnieuws

Aangeboden door onze partners

Meer over reeks - hoe zou het nog zijn met

Hoofdpunten

Keuze van de redactie