COLUMN. Patrick Lefevere: “Een les voor mezelf: geen contracten meer afsluiten te midden euforie”

Patrick Lefevere is de algemeen manager van Soudal Quick-Step. Wekelijks schrijft hij zijn gedachten neer in een column. Vandaag: de E3. “Onze eerste renner is 29ste, dat is ver onder de maat.”

“Misschien lijd ik aan regressie – op mijn leeftijd weet je nooit – maar bij het zien van de E3 Harelbeke schoot ineens een kinderliedje door mijn hoofd. Ik zag twee beren broodjes smeren, met dan vooral het refrein. Zeker niet ‘hihi hahaha’, maar wel ‘ik stond erbij en ik keek ernaar’. Laat ons eerlijk zijn: hoe we als ploeg zijn weggereden: pijnlijk gewoon. Ik zag ons aan kop van het peloton op negentig kilometer van de meet en daarna: het grote niks. Yves Lampaert als eerste renner van Soudal Quick-Step op de negenentwintigste plaats, meer dan vier minuten achter Mathieu van der Poel. Ik wik en weeg mijn woorden – de ethische commissie van de UCI leest tenslotte mee – maar dat is ver onder de maat.”

“Ik verwijt niemand dat ze Mathieu van der Poel of Wout van Aert niet kunnen volgen, die zijn hors catégorie, maar zelfs in de groep daarachter doen we niet mee. Lidl-Trek heeft duidelijk een stap vooruitgezet en staat met drie renners in de top tien. UAE Team Emirates heeft twee man en geen van hen heet nochtans Tadej Pogacar. Wij hebben niemand.”

“Zijn er verzachtende omstandigheden? Mijns inzien niet al te veel. Op het gebied van voeding, materiaal en training zitten we bij de toplaag van de World Tour. Het klopt dat er met Tim Declercq, Jannik Steimle, Florian Sénéchal en Davide Ballerini veel renners uit het ‘middenveld’ zijn vertrokken. Het is niet uit luxe dat we nu een jonge renner als Pepijn Reinderink al moeten opstellen in de E3 Saxo Classic. Maar tegelijk: door de manier van koersen van Van der Poel speelt de breedte van de ploeg maar in heel beperkte mate een rol. Wie kan volgen, is mee. Zelfs Wout van Aert had op Matteo Jorgenson na niet al te veel middenvelders achter zich.”

“Ik ga zeker ook zelf voor de spiegel staan. Feit is dat ik fouten heb gemaakt in mijn aan- en verkoopbeleid. Ik lees overal dat we de voorjaarsploeg afbouwen in functie van het rondewerk en dat klopt zonder meer. Maar met renners als Julian Alaphilippe, Yves Lampaert en Kasper Asgreen gaat nog altijd een aanzienlijk deel van het loonbudget naar kopmannen voor het Vlaamse werk. De les voor mezelf: geen contracten meer afsluiten te midden euforie, wat bij de genoemde renners misschien te veel is gebeurd. Er mag gebeuren wat er wil, ik praat nu sowieso met niemand over contracten tot na Parijs-Roubaix.”

“Op de markt hebben we de voorbije jaren ook een paar slagen gemist. Het verhaal van Wout van Aert en ‘laat mij maar een crossertje blijven’ ga ik niet meer herhalen, maar ook Jasper Philipsen is een voorbeeld. Wilfried Peeters kent hem bij manier van spreken van bij zijn geboorte. We hebben destijds met Jasper gepraat, advies gegeven, maar hij heeft andere keuzes gemaakt. Wat natuurlijk zijn goed recht is. Ik wenste dat ik kon zeggen dat we in de running zijn om hem voor volgend jaar binnen te halen, maar daar loop ik zoals steeds tegen mijn budget aan. Mijn advies voor Philipsen: blijf waar je bent.”

“We gaan zeker niet panikeren en het moet ook niet de bedoeling zijn om te koersen om toch maar ‘een uitslag’ te rijden. Maar ik hoop wel op beterschap in Gent-Wevelgem. Tim Merlier komt in de ploeg en hij brengt meer dan wie ook de winning mood mee. Als Van der Poel zondag bij de derde keer Kemmel aanzet, gaat Tim niet aan zijn wiel plakken, maar als Alpecin-Deceuninck na een zware E3 misschien wat meer de kaart Philipsen speelt en Visma-Lease a Bike wil sprinten met Olav Kooij dan is dat ook voor ons gunstig. Wie weet wat gebeurt er onderweg allemaal bij de aangekondigde vijf Beaufort wind. Ik heb Tim deze week met plezier horen vertellen dat hij dit seizoen nog geen enkele waaier heeft gemist.”

Keuze van de redactie