Eindelijk bingo voor Gilbert

Negen jaar na Marc Wauters won met Philippe Gilbert eindelijk nog eens een Belg op de monumentale Avenue de Grammont. Voor de Vlaming was dat de bekroning van een lange carrière; voor de flegmatieke Waal betekent deze Parijs-Tours de échte internationale doorbraak.

Hugo Coorevits

Het was al voor de derde keer in vier jaar tijd dat Philippe Gilbert op de kaarsrechte, eindeloze boulevard een hand uitstak naar de zege in deze vluchtklassieker. In 2005 was hij samen onderweg met Stijn Devolder, de man die dit jaar excelleerde in de Ronde van Vlaanderen. Ze waren al onder de rode vod door. Minder dan duizend meter scheidden hem van zijn allereerste grote zege. Razend kwaad omdat de noeste West-Vlaming op advies van ploegleider Dirk Demol niet meer vol doorreed, zwierde hij even voorbij de streep een blikje cola naast de voeten van

Volderke

.

Ook dat is Philippe Gilbert. Eén brok temperament, even explosief in woorden als in daden. Een renner met een ijzeren willetje, een jongen uit de Ardense bossen van Remouchamps, waar de La Redoute zijn speeltuin was.

Geboren om kopman te zijn. Vorig jaar probeerde hij het opnieuw, maar

Phille

reed sissend als een kwade ratelslang over de finish, verzwolgen door het spurtende peloton.

Gistermorgen dan stapte hij uit het hotel in de Parijse rand. Hij keek naar de bomen en zag dat de dode bladeren maar traag hun laatste reis naar de grond ondernamen. 'Geen wind, dat wordt moeilijk om een massaspurt te vermijden', zei hij tot zichzelf. Zijn blik kruiste die van Marc Madiot, de man die hem zes jaar lang de kans gaf bij Française des Jeux om zich te ontwikkelen tot de kopman die hij nu is geworden. Ze wisselden niet echt woorden. 'Maar het was voor mij wel een zwaarbeladen moment', gaf Gilbert gisteravond toe in het majestueuze stadhuis van Tours. 'Toen ik Marc in mei meldde dat ik voor drie jaar Silence-Lotto had gekozen, beloofde ik dat ik Française des Jeux een mooi afscheidscadeau zou bieden. Dit was mijn allerlaatste kans.'

Man van alle seizoenen

Op het podium had Philippe Gilbert - gouden kamwiel als aandenken in zijn handen - moeite om zijn emoties te bedwingen. 'Een heel apart gevoel werd van mij meester. Je kijkt in de verte en tegelijk spoelt zich voor jou de film van al die jaren af. Ik kon me geen mooier afscheid aan mijn allereerste profploeg indenken.'

Vóór gisteren was Philippe Gilbert eerder de man van 'net niet'. Op de Avenue de Grammont werd de eeuwige vechtjas de man van 'net wel'. Dit seizoen had hij wel alweer uitgebreid flitsen van zijn klasse laten zien.

Zoals bijvoorbeeld in de Omloop Het Volk waarin hij een raid van vijftig kilometer lang ondernam om al voor de tweede keer in drie jaar tijd de openingsklassieker te winnen. In de Primavera trof hij een ontketende Fabian Cancellara, een derde plaats was zijn deel. In de Brabantse Pijl dan botste hij op Sylvain Chavanel. In de Tour de France was er een indrukwekkende Alejandro Valverde nodig om de eergierige 'coureur' van een prestigieuze zege te houden in Plumelec. De

winner

in Gilbert werd er gek van.

Zo ook gistermorgen in het idyllische startplaatsje Saint-Arnoult-en-Yvelines waar oud-winnaar Jacky Durand hem plaagde door te zeggen dat het al van Fayt-le-Franc geleden was dat hij nog eens won. Zijn grijns sprak boekdelen. Zulke opmerkingen zijn bij hem voldoende om nog maar eens tot het uiterste te gaan. 'Ik start elke dag weer met de bedoeling om te winnen. Enkel dat maakt me gelukkig.'

Winnen en tegelijk de mensen daarbij naar het puntje van hun stoel laten schuiven, daarvoor werd Gilbert renner. Al is hij er wel eentje van de oude stempel. Aan sterallures heeft hij lak. Hij spreekt de taal van

le vélo

.

Zelfverzekerd

De poulain van Dirk De Wolf - waarmee hij volgend jaar wordt herenigd, onder de vleugels van Marc Coucke en Marc Sergeant - is ook een man van alle seizoenen. Zo was hij gisteren aan zijn 95ste (!) koersdag toe.

In Tours was het eindelijk raak en tegelijk toch is het allemaal relatief vroeg gekomen want Gilbert werd pas tijdens de Tour 26 jaar. Er wenkt een gouden toekomst voor deze prof die als geen ander een neus heeft voor koersontwikkelingen. Het is absoluut geen toeval meer dat hij voorlopig enkel in Milaan-Sanremo en Parijs-Tours écht schitterde. Het zijn twee legendarische wielermonumenten waarin de renner zélf beslissingen moet nemen, waarin het geheel moeilijk te controleren valt vanuit de ploegauto. 'Ik hou van loterijkoersen. Ik ben nog jong, maar toch heb ik al een pak

métier

opgebouwd om finales van grote wedstrijden te rijden.'

Zo schoof hij gisteren handig mee met Filippo Pozzato en Oscar Freire die een tegenaanval opzetten. Hij zei deze grote heren dat hij moeilijk kon meewerken met zijn trouwe rechterhand Mickaël Delage bij het vrij onbekende vluchterskwartet dat ook nog Jan Kuyckx, de Franse kampioen Nicolas Vogondy en Sébastien Turgot bevatte. Op de Côte de Petit Pas d'Ane, een laatste bultje, catapulteerde hij zichzelf weg tot bij de leiders. 'Dit ligt mij. Ik ben nu eenmaal een heel explosieve renner.'

Er waren nog drieduizend meter te gaan. 'Ik kwam aansluiten en vroeg Mickaël om nog een proloog van drieduizend meter te rijden. Ik liet me meedrijven. De grootste tegenstander vandaag was mijn versnellingsapparaat dat in de spurt nukkig deed. Maar ik was zelfverzekerd. Dit zou mijn dag worden. Het is mijn dag geworden.

Enfin

.'

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen